Open hoeve bestaande uit woonhuis, dwarsschuur en bietenkelder. Het beboomd erf, aan de straatzijde afgezoomd door een meidoornhaag is echter verminkt door een modern woonhuis, terwijl het oude vandaag dienst doet als bergschuur. Ten noorden, woonhuis van het dubbelhuistype van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel met de straat, riet) voorzien van een opmerkelijk hoog centraal dakvenster met trapgevel op schouderstukken (5 treden + overhoeks topstuk). Gecementeerde plint en afbrokkelende bepleistering waaronder speklagen en baksteenmetselwerk merkbaar. Beluikte rechthoekige vensters in arduinen omlijsting met weggebroken tralies. Rechthoekige deur in kwarthol geprofileerde zandstenen omlijsting met geprofileerde tussendorpel op imposten en getralied bolkozijn als bovenlicht. Dakvenster met getralied en eertijds beluikt kruiskozijn, ovale oculus en jaarsteentje 1611 (mondelinge bron), heden totaal verweerd. Zijgevels met muurvlechtingen. Binnen: behouden moerbalken met versierde sloffen en kinderbalken, originele eiken deuren en rode tegelvloeren.Ten zuidwesten en haaks op het woonhuis: opmerkelijke dwarsschuur onder afgewolfd dak (riet) met opwaartse welving boven de menpoort en nog gedeeltelijk houten wanden. Achter het huis: bewaarkeldertje (bieten) onder rieten zadeldak, tot aan de grond reikend. Typische tuiltjes op de nokuiteinden.
DE GROODT A., De oude hoeven in het Land van Waas, 1955, s.l., p. 40.
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n2 (S-T), Brussel - Gent. Auteurs: Demey, Anthony Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)