Ruime neogotische kerk, niet georiënteerd (koor naar het noordoosten) om te passen in het straattracé. Kerkhof vervangen door parking en sinds lang overgebracht naar de Nieuwstraat. De ingang van de ommuurde begraafplaats aldaar bevat een gietijzeren hek met twee vierkante arduinen pijlers, bekroond door een siervaas.
Historiek
De oude kerk, waarvan een eerste vermelding in 1239, werd door de Geuzen zwaar gehavend, zodat in 1606 een deel ervan diende opnieuw ingezegend te worden. Te klein geworden en in staat van verval, werd ze volledig gesloopt en vervangen door een nieuwe kerk in 1873- 1876 naar ontwerp van architect E. de Perre-Montigny. De torenspits werd pas in 1887 aangebracht. Driebeukige kruiskerk met vierkante voorgeveltoren en polygonaal koor geflankeerd door zijkoren en kleinere, rechthoekige sacristieën in de oksels.
Beschrijving
Hoog basilicaal kerkgebouw van baksteen op arduinen sokkel en met decoratieve verwerking van zandsteen voor de vensteromlijstingen en de negblokken van de torensteunberen.
Vierkante toren, op de voorgevel vooruitspringend en opgebouwd uit drie geledingen met bekronende, ingesnoerde naaldspits. Dubbele hoeksteunberen met drie versnijdingen. Begane grond met rijk versierd spitsboogportaal van zandsteen met basreliëf in het timpaan, archivolten op zuiltjes met bladkapiteel en wimberg met hogels en heiligenbeeld op de plaats van de kruisbloem. Heiligenbeelden onder een fiaal met hogels flankeren het portaal. Doksaalverdieping met gekoppelde spitsbogige lancetvensters waarboven een roosvenster, het geheel gevat in een spitsboognis. Spitsbogige galmgaten met middenzuiltje en uurwerkplaat. Overkragende spitsboog fries als torenbeëindiging.
Benedenkerk van zes traveeën met spitsboogvensters waartussen steunberen met een versnijding. Rechthoekige transeptarmen van twee traveeën, even hoog als schip en koor. Hoofdkoor van twee rechte traveeën met driezijdige apsis. Analoge zijkoortjes, even hoog als de zijbeuken. Zandstenen gedenkplaat in de buitenmuur van het koor, met volgende tekst: "Anno Dmi 1873 die 298bris; Pio IX Pas.; br° Fr. Bracq EP° Ganda; Leopoldo II Regnante; Fr. Bongaerts Burg., L. Naudts, S. Verbeke Consul; Pastore L.-A. Stocquart; Fr. Tuyart Presb., C. Seghers, C. Canterman, S. Melis Consil. Fab.; Lapis primarius hujus ecclesiae positus. Edm. De Perre, Architecto".
Interieur
Interieur met hardstenen zuilen op achtkantige sokkel en met uitgewerkt bladkapiteel (verschillend van zuil tot zuil). Spitse scheibogen met eenvoudig afgeschuinde hoeken; erboven, schijntriforium van drie gekoppelde spitsboogjes op zuiltje met vierkant bladkapiteel. Gehele kerkruimte overkluisd door bakstenen kruisribgewelven.
Mobilair
Schilderijen: "Genezing van de lamme" (paneel, 17de eeuw); "Vermenigvuldiging der broden" (17de eeuw, naar Otto Venius); "Heilige Rochus" en "Heilige Rochus geneest pestlijders" (1638-40); "Marteldood van Sint Sebastiaan" (drieluik, 1640, De Liemaecker).
Meubilair: orgelkast (1652, F. De Wree); biechtstoel Noordelijke zijbeuk (barok 1744-45, vermoedelijk Eg. A. Nijs); biechtstoel Zuidelijke zijbeuk, kerkmeesterbanken in beide transeptarmen en preekstoel (barok, respectievelijk 1772, 1776 en 1787, gebroeders De Cauwer); biechtstoelen transeptarmen (neogotisch, 1876); communiebank, koorgestoelte, hoofd- en zijaltaren (neogotisch, 1885-1887, Van Erchel).
- DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks III, deel 3, Gent, 1878.
- GEILEIT J., persoonlijke notities.