Georiënteerde kerk omringd door een plantsoen waarin een gedenkteken aan de boerenkrijg in 1798, en één aan de beide Wereldoorlogen. Smeedijzeren afsluithek met inscriptie "M. WINDEY FECIT 1760", aan vierkante arduinen pijlers met siervaasbekroning.
Historiek
In het tweede kwart van de 13de eeuw werd Sint-Pauwels een afzonderlijke parochie, los van Kemzeke. Het oudste document dateert van 1239. De kruiskerk met vroeggotische vieringtoren werd in de eerste helft van de 15de eeuw progressief heropgebouwd en hoger opgetrokken: in 1428 en '29 de transeptarmen, rond die tijd ook het koor en de middenbeuk met bovenlichten. Grote schade zou aangericht zijn tijdens de beeldenstorm van 1579. In 1618 werd het schip overwelfd, in 1636 de zijbeuken zodat de bovenlichten van de middenbeuk gestopt werden. De muurplaten samen met het hele spant waaraan het vroegere houten tongewelf was bevestigd, werden circa 1 meter omhoog gebracht. In 1844 werd de kerk vergroot (aanbouw zijkoren?) en in 1854 met cement bezet en rood geverfd. Dit laatste werd in 1880 verwijderd. Van 1910 tot 1913 onderging ze een grondige restauratie onder leiding van de architecten Henri en Valentin Vaerwijck (Gent): er werd één travee ten westen bijgebouwd, alsook een doopkapel, een zij-ingang en een sacristie; er werd een volledig nieuw baksteenparement aangebracht en alle classicistische rondboogramen werden vervangen door neogotische met monelen en maaswerk. Op het moment van inventarisatie restauratie aan de gang onder leiding van architect H. Vandevelde (Hamme).
Beschrijving
Driebeukige kruiskerk met vieringtoren en polygonaal hoofdkoor, geflankeerd door zijkoren. Pseudobasilicale opstand van baksteen met zandstenen plint en hoekkettingen. Toren en hoogkoor van zandsteen. Benedenkerk van vier traveeën met tegen de eerste zuidelijke travee een rechthoekige ingang en ten noorden een doopkapel; zijbeuken per travee gevat onder een afgesnuit zadeldak, haaks op de hoofdbeuk. Vroeggotische vieringtoren met achthoekige luikamer voorzien van spitsbogige galmgaten en afgeronde korbelen.
Interieur
Interieur overkluisd door bakstenen kruisribgewelven. De halfronde scheibogen rusten op zuilen met achtkantige sokkel en eenvoudig lijstkapiteel. Torenvoet op vierkante bundelpijlers.
Mobilair
Schilderijen: "Maria en de Heilige Dominicus" (noordelijk zijaltaar, I.A. Verscharen, Antwerpen, 1759); "De bekering van Sint-Paulus (zuidelijk zijaltaar, J.B. Neckens); "Jezus aan het Kruis" (paneel, Lucas de Heere, Gent, 1565); "Madonna" (Nicolaes Liemaeckere alias Roose, Gent, 1601-1646).
Classicistische koorlambrisering (De Pretere); communiebank (Frans de Wree, 1655); preekstoel (1818); barokaltaar (zuidelijke transeptarm, N. Van Calster, 1759); lambrisering met figuurmedaillons in de kruisbeuken (Fr. de Wree, 1651).
- DEMEY A., persoonlijke notities.
- DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks III, deel 3, Gent, 1879.