Prochiehuis, in barokstijl gebouwd in 1663-1664, door Jan Laureys naar ontwerp van bouwmeester Pieter Van Beerleere (Gent), bijgestaan door Lucas Faid'herbe. In 1823 werd de gevel in classicistische geest aangepast door het wit bepleisteren van alle bakstenen muurvlakken, het verwijderen van alle vensterkruisen en -luiken, en het aanbrengen van houten ramen. Een reconstruerende restauratie had plaats van 1905 tot 1909.
Symmetrische voorgevel in bak- en zandsteenstijl; zes traveeën en twee bouwlagen onder geknikt schilddak (leien) met brede overstek op houten consoles en voorzien van twee kleine dakkapellen van 1823. Boven de twee middentraveeën, breed dakvenster van twee registers, met in- en uitgezwenkte topgevel met gebogen fronton en rondboognis met Sint-Niklaasbeeld (in 1867 gemaakt door F. Van Havermaet ter vervanging van het toen in slechte staat verkerend beeld van Avesnesteen, vervaardigd door Philips Talboom in 1665). Hoge onderbouw van zandsteen met drie segmentbogige kelderdeuren in vlakke omlijsting met oren en afdekkende waterlijst. Asymmetrisch geplaatste brede, dubbele steektrap van arduin in rococostijl, voor de ingangsdeur in de vierde travee en gemaakt door J.E. De Lateure in 1776 (inscriptie boven de deurlatei); in het midden ervan, een spiegelboogdeurtje in rijk geprofileerde omlijsting, geflankeerd door twee pijlers met verdiept voorvlak met rocaillebekroning; driehoekige zijvlakken, eveneens met rocailles versierd; beide trappen zetten aan en eindigen op een vierkante pijler met granaatappelbekroning; sierlijke smeedijzeren trapleuning; eenvoudige, in de gevel verankerde ronde handgreep, links onderaan gedateerd "den 24 november 1663". Eerste en tweede bouwlaag en dakvenster verlicht door hoge, eertijds beluikte kruisvensters van zandsteen. Zandstenen speklagen en cordons ter hoogte van de dorpels; ook de rechtstanden zijn verticaal over de borstweringen doorgetrokken waardoor een sterke gevelritmiek ontstaat, nog ondersteund door de rechthoekige zandstenen panelen op de borstweringen. Korfboogdeur in de vierde travee, met imposten, sluitsteen en gekorniste waterlijst; bolkozijn als bovenlicht. Heden gedichte steigergaten onder de kroonlijst.
- NAUTS H., Kunsthistorische beschouwingen over de voorgevels der landelijke gemeentehuizen in het Land van Waas (gebouwd in de 16de, 17de en 18de eeuw), Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas 70/3 + 4, 1967, p. 181-190.
- PANNIER A., Van den bauw van het prochiehuys, Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas 81, 1978, p. 167-181.