Enkelhuis uit 1931 van twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, naar een ontwerp van de architecten August en/of Leander Waterschoot in opdracht van Alfons Spaenhoven.

Bakstenen lijstgevel met verwerking van natuursteen aan de hoge plint, de vensterlateien en de erker. Smalle deurtravee met rondboogdeur in een getrapte bakstenen omlijsting met eenvoudige geschilderde sluitsteen, zwikken met bloemmotieven. Bredere venstertravee met twee getrapte benedenvensters, gebogen erker op geschilderde console, met rechthoekig drielicht, bekroond door een balkon met gesmeed ijzeren hek. Flankerende natuurstenen lisenen met florale motieven, bij het balkon uitlopend op getrapte en uitkragende bakstenen pijlers met natuurstenen gedrukte zuiltjes en kapiteel onder de luifelvormende uitkragende gebogen kroonlijst. Overwegend rechthoekige vensters met behouden glas-in-loodpaneeltjes.

Het exterieur bleef in zijn oorspronkelijke staat bewaard. Het interieur werd naar indeling bewaard doch werd volledig aangepast. Op het gelijkvloers is er links een doorlopende gang met traphal. Rechts waren er drie kamers die uitgaven op een veranda. Het gelijkvloers werd volledig ingericht als kantoorruimte met een nieuwe achterbouw. Op de verdiepingen werden de indelingen bewaard. Enkele glasramen herinneren aan de bouwperiode.