Het gemeentehuis van Belsele is een opvallend pand gelegen op Belseledorp, aansluitend bij het plein, kerk en verschillende herenhuizen.

Historiek

Sinaai en Belsele zouden van 1271 tot het eind van de 18de eeuw één bestuur gevormd hebben. Het gemeentehuis werd gebouwd in 1899 (gedenksteen in de hal) naar ontwerp van architect H. Derre.

Beschrijving

Neogotische baksteenarchitectuur met verwerking van natuursteen voor sokkel, hoekkettingen, speklagen, deuromlijstingen en vensterstaven. Rechthoekig gebouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel met de straat, leien), in 1899 gebouwd (confer opschrift) volgens de gedenksteen in de hal naar ontwerp van architect H. Derre. Risalietvormende tweede en vierde travee, onderaan gemarkeerd door tudorboogpoort (vierde travee met hogers en kruisbloem) en bovenaan uitlopend op een dakvenster met puntgevel op schouderstukken. De vensters (rechthoekig met natuurstenen tussenstijlen, en op de bovenverdieping drieledige vensterkruisen) zijn per travee gevat in een korfbogige nis met in het boogveld een bas-reliëf met rankwerk en een centraal wapenschild (Andreaskruis van Belsele en raap van het Waasland). Boven de vensters van de begane grond zijn drie spitsbogige blindnissen uitgewerkt met drielobmaaswerk, de centrale heeft een afbeelding van de Heilige Andreas. Zelfde motief komt voor bij de bovenvensters van de risalieten. Het raam boven de rechter deur werd uitgewerkt tot balkon, boven de linker deur prijkt het opschrift "Gemeentehuis". Gelardeerde zijpuntgevels op schouderstukken. Deels verbouwde sobere achtergevel met drieledige kruisvensters en muizentandfries onder de kroonlijst. Recent vernieuwd schrijnwerk.

Intern bleef het gebouw vooral op de eerste verdieping goed bewaard. De kelder heeft een bakstenen tongewelf en gaat vermoedelijk op een oudere bouwfase terug. Op de gelijkvloerse verdieping situeert zich in de rechter travee twee achter elkaar liggende lokalen uitgevend op de traphal achter de rechter deur. Links werd het gemeentehuis zwaar verbouwd om de lokale bibliotheek onder te brengen. Daarbij ging vermoedelijk de doorrit voor bijvoorbeeld brandweer verloren. Vanuit de bestaande traphal leidt een sober gepolychromeerde neogotische trap naar de bovenverdiepingen. Daar vinden we bijna een doorslag van de benedenverdieping. Links van de traphal een grote gemeenteraadszaal met bewaard meubilair. Links een kantoor, gezien de stucversiering vermoedelijk van de burgemeester en recht op de trap, aan de straatzijde, een bergruimte. De zolder bleef intact bewaard.

De traphal is gedecoreerd met pilasters en consoles in stucwerk met neogotische decoratiemotieven. De plafonds zijn voorzien van stuclijsten. De gemeenteraadszaal is door twee moerbalken op consoles in drie gedeeld. Elke cassette is voorzien van stuclijsten. Tegenover de dubbele toegangsdeur een neogotische schouw in blauwe hardsteen met de afbeelding van het wapenschild van de gemeente tussen een banderol. Als vloerbedekking een plankenvloer. In de raadzaal bleef het oorspronkelijke, houten meubilair bewaard:

• één neogotische tafel met snijwerk en ajour uitgewerkte wangen (lobben, spitsbogen, roosvenster).
• drie schepenstoelen en één burgemeestersstoel met neogotisch gesculpteerd houtwerk (bloemen, leeuwen, burgemeester: rugleuning met Heilige Andreas en opschrift "Gemeente Belsele", schepenstoelen met Vlaamse Leeuw).
• zeven eiken stoelen zonder armleuning met neogotisch snijwerk en granaatappels als bekroning.

Binnenschrijnwerk met neogotische paneeldeuren bleef bewaard. Sporen wijzen op een houtimitatie.

Neogotische baksteenarchitectuur met verwerking van natuursteen voor sokkel, hoekkettingen, speklagen, deuromlijstingen en vensterstaven. Rechthoekig gebouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel met de straat, leien), in 1899 gebouwd (zie opschrift) volgens gedenksteen in de hal naar ontwerp van architect H. Derre. Risalietvormende tweede en vierde travee, onderaan gemarkeerd door tudorboogpoort (vierde travee met hogers en kruisbloem) en bovenaan uitlopend op een dakvenster met puntgevel op schouderstukken. De vensters (rechthoekig met natuurstenen tussenstijlen, en op de bovenverdieping drieledige vensterkruisen) zijn per travee gevat in een korfbogige nis met in het boogveld een bas-reliëf met rankwerk en een centraal wapenschild. Boven de vensters van de begane grond zijn drie spitsbogige blindnissen uitgewerkt met drielobmaaswerk. Zelfde motief komt voor bij de bovenvensters van de risalieten. Gelardeerde zijpuntgevels op schouderstukken.