is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Andreas en Gislenus
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Andreas en Gislenus
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Andreas en Gislenus
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerde gotische kruiskerk in het centrum van het dorp. Ten noorden ervan, parkeerplaats ter vervanging van het sinds 1943 gedesaffecteerde kerkhof. Arduinen hekstijlen en een deel van het ijzeren hek werden herbruikt in de Kerkstraat. Ten oosten en zuiden bloemperken met onder meer oorlogsgedenkteken en grafstenen.
Dorpskerk met ingewikkelde bouwgeschiedenis in kern opklimmend tot de 10de eeuw. De romaanse driebeukige, transeptloze kerk van vijf traveeën met vermoedelijk recht gesloten koortje, van Doornikse kalksteen, kende in het eerste kwart van de 13de eeuw een eerste wijziging: de bovenlichtmuren werden met baksteen hoger opgetrokken, voorzien van vroeggotische spitsboogvensters en afgewerkt met een kroonlijst op kraagstenen met rollijstprofiel; als binnenafdekking verving men de vlakke zoldering door een houten tongewelf met ziende dakkap terwijl men het vloerpeil verhoogde en belegde met kleurrijke geglazuurde tegels. De bouw van een stenen westelijke toren, mogelijk eveneens nog in de 13de eeuw te situeren, betekende een volgende belangrijke wijziging aan het oorspronkelijk kerkgebouw. Men verlengde tevens de zijbeuken langsheen de torenvoet en voorzag de zijbeukmuren van een buitenparement van Lediaanse zandsteen. De hele benedenkerk was aldus in gotische stijl omgevormd. Na een langdurige onderbreking, vatte men pas in 1432 de werkzaamheden aan de oostelijke partij aan. Het romaans koor werd in dat jaar gesloopt en vervangen door een hoger en ruimer gotisch koor met beschilderd houten spitstongewelf. Vervolgens werden circa 1450 de transeptarmen aangebouwd en eveneens overwelfd door houten spitsbogige tongewelven. Nog in 15de eeuw bouwde men de toegevoegde travee aan weerszijden van de torenvoet uit tot zijkapellen door de muren te verhogen en af te dekken met een afzonderlijk lessenaarsdak. Ook in de 16de eeuw kende de kerk belangrijke veranderingen. Rond 1533 verhoogde men de zijbeukmuren, wat een verhoging van de bedaking met zich meebracht waardoor meteen de bovenlichten in onbruik raakten en de kerk een pseudobasilicale opstand kreeg. De sterk vergrote zijbeukvensters zorgden nu voor voldoende lichttoevoer terwijl de zijkapellen heden afgedekt werden door een haaks zadeldak. De beeldenstorm van 1578 liet het kerkgebouw in zulke bouwvallige toestand achter, dat belangrijke herstellingen zich opdrongen. Het ganse interieur veranderde nu van aanblik: de romaanse pijlers maakten plaats voor gotische zuilen, de scheibogen werden spitsbogig uitgewerkt en de hele benedenkerk werd overkluisd door bakstenen kruisribgewelven; het vloerpeil werd verhoogd en belegd met langwerpige rood gebakken tegels in visgraatverband; de zuilen en muren werden beschilderd met heiligenfiguren en apostelen. Buiten verwijderde men de haakse zadeldaken tegen de torenvoet, verhoogde nogmaals de zijbeukmuren en bracht de midden- en zijbeuken onder een gezamenlijk zadeldak. In 1644 werd nu ook het koor overkluisd met stenen kruisribgewelven door Nicolaas Bocquereau. Voorts voegde men in 1653 een noordelijke bergplaats toe, die in 1829 merkelijk vergroot werd naar ontwerp van architect J. Bresous (Sint-Niklaas); in 1856 werd naar ontwerp van architect J. De Somme-Servais (Sint-Niklaas) ten zuiden van het koor een sacristie aangebouwd. Na een wegens geldgebrek mislukte poging tot vergroting van de kerkruimte in 1880 naar ontwerp van architect P. Van Kerkhove (Gent), kende het gebouw enkel nog restauraties, onder meer in 1906 onder leiding van de architecten K. Van Namen en O. Van Bogaert (Belsele). Restauratie onder leiding van de architecten A. Bressers en M. Hoste (Gent) in uitvoering.
Driebeukige kruiskerk met ingebouwde westelijke toren en polygonaal koor; rechthoekige bergplaats in noordoostelijke oksel, dito sacristie in zuidoostelijke oksel.
Pseudobasilicale opstand, geheel bekleed met gekantrechte Lediaanse zandsteen. Toren op vierkante plattegrond, met achtzijdige luikamer en stompe spits met vier dakkapellen met wijzerplaat. Onderaan, korfboogportaaltje met waterlijst, eindigend op korbelen uitgevoerd als mensenhoofd. Spitsbogig doksaalvenster met twee staven en driebobtracering in de vensterkop; flankerende dubbele steunberen. Luikamer met in elke wand een spitsbogig galmgat tussen rondom lopende waterlijsten; kroonlijst op afgeronde kraagstenen. Zijbeuken van vier traveeën met ruime spitsboogvensters met twee staven en visblaastracering in de vensterkop; bouwnaden, verschillende steensneden, korte steunbeertjes na de eerste travee en toegestopte lijkdeurtjes wijzen op verschillende bouwfasen. Rechthoekige transeptarmen met langwerpig spitsboogvenster in de puntgevels en een bijkomende lichtopening in westelijke gevels: ten noorden een dichtgemetselde oculus, ten zuiden een spitsboogvenster met twee lichten. Koor van drie traveeën met driezijdige sluiting. Travee gemarkeerd door steunberen en spitsboogvensters met twee lichten. Calvarie tegen de later blind gemetselde vlakke oostelijke wand. Rechthoekige bergplaats in gecementeerde baksteen, afgedekt door een schilddak. Oostelijke gevel met rondboogdeur voorzien van rechte tussendorpel en getralied bovenlicht met sierlijk ijzeren traceerwerk. Noordelijke gevel met twee getraliede rondboogvensters met neogotisch traceerwerk van ijzer. Centrale korfboogdeur in zware arduinen omlijsting bestaande uit een geblokte achtergrond waarvoor vlakke pilasters op geprofileerde sokkel; sluitsteen met jaartal 1829; klassiek hoofdgestel met gelede architraaf, fries met initialen D.D.R.D.J.E.E. en verkropte kroonlijst. Gevels beëindigd op geprofileerde bepleisterde band onder de houten gootlijst op modillons. Rechthoekige sacristie van zandsteen, onder afgesnuit zadeldak. Beide gevels van drie traveeën met getraliede spitsboogvensters met neogotisch houtwerk; laatste travee met deur in plaats van venster.
Interieur overkluisd door kruisribgewelven. Rondzuilen op achtkantige sokkel, met verschillend profiel ten noorden en ten zuiden; ook de kapitelen verschillen van rij tot rij: ten noorden, hogelkapitelen waarvan de hogers afgeslagen werden, ten zuiden eenvoudige ronde schacht met achtkantige dekplaat.
Schilderijen: "Bewening van Christus" (1638, Antoon Van den Heuvel); "Marteling van Sint-Sebastiaan" (17de eeuw); "Aanbidding der Koningen" (copie naar Rubens); "Sint- Andreas en Gislenus" (octogonaal schilderij op hout). Beelden: Madonna (1628, A. Dembry, Antwerpen); Thomas van Aquino en Joannes Chrysostomos.
Meubilair: hardstenen doopvont (begin 15de eeuw); houten archiefkoffer (1551); doksaal (1632, Hendrik Cousijn); preekstoel (1682, J.B. de Vree, Antwerpen); biechtstoelen (1714-1717, Cornelis Struyf); lambrisering kruisbeuk (1716. Michiel Verbanck): communiebank (1740-1750); koorgestoelte met bas-reliëfs in medaillons (1740-1750); orgel (1784, Pieter van Peteghem); drie altaren (19de eeuw, hoogaltaar 1868, P.P. De Meyer, Turnhout; Onze-Lieve-Vrouwealtaar en Sint-Andreasaltaar, 1860, De Vos).
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n2 (S-T), Brussel - Gent.
Auteurs: Demey, Anthony
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bouwhistorisch en natuurwetenschappelijk onderzoek in 2008-2011 leidde tot een herziening van de bouwgeschiedenis van de kerk. Het oudste deel van het huidige gebouw is het middenschip, dat niet dateert uit de jaren 1220 maar ongeveer vijftig jaar jonger is. De bewaarde oorspronkelijke dakkap van het middenschip is dendrochronologisch gedateerd in 1266-1271, wat overeenstemt met de radiokoolstofdatering van mortel uit het onderliggende baksteenmetselwerk in 1263-1295 (95% waarschijnlijkheid). Hierdoor verschuift de bouw van de westtoren naar ten vroegste het einde van de 13de eeuw. Volgens de afmetingen van de bakstenen aan de binnenzijde van de toren werd deze wellicht gebouwd in de 14de eeuw.
De langsmuren van het middenschip uit het derde kwart van de 13de eeuw zijn zichtbaar bewaard boven de gewelven van de hoofd- en zijbeuken. Tot halverwege de gedichte bovenlichten gebouwd in Doornikse kalksteen met verwerking van brokken roestbruine ijzeroer en stukken Romeinse bouwkeramiek, waarschijnlijk afkomstig uit de Romeinse villa van Belsele. Halverwege de bovenlichten is het metselwerk doorlopend in baksteen. De in de 16de eeuw gedichte bovenlichten zijn spitsboogvensters met dagkanten in profielbakstenen. De kroonlijst bestaat uit gekantelde bakstenen met rondstaafprofiel. De oostelijke puntgevel van het middenschip is in baksteen met halverwege een fries van baksteenkoppen. Rond de bovenlichten zijn resten bewaard van de oorspronkelijke witte kalkbepleistering met ingetrokken schijnvoegen.
Bewaarde oorspronkelijke dakkappen boven middenschip, dwarsarmen en koor. De kap (1266-1271) van het middenschip is een sporenkap met hanenbalkfliering en van bij aanvang onbetimmerd tongewelf. De dakkappen boven het koor en de dwarsarmen zijn 15de-eeuwse keperspanten met spitse tongewelven, oorspronkelijk met beplanking. Tongewelven met geprofileerde ribben, in het koor met resten van beschildering. Tijdens de momenteel lopende restauratiewerken (2020) zijn in de liezen van het koorgewelf enkele fragmenten van de verdwenen beschilderde beplanking van het houten tongewelf gevonden.
Achter het parement in Ledesteen is de westtoren een constructie in baksteen. De trompen op de overgang van de vierkante basis naar de achthoek bestaan uit een opeenvolging van gemetste rondbogen en daarboven segmentbogen.
Is gerelateerd aan
Twee op stam gezette taxussen bij toegang naar kalvarie op het kerkhof
Is deel van
Belsele
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Andreas en Gislenus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/15271 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.