Historiek
Kasteeldomein "Hof van Belsele" of "Bisschoppelijk kasteel", rustoord voor priesters, in de 18de eeuw aangekocht door bisschop Maximiliaan van der Noot, die het in 1754 gedeeltelijk herbouwde. In 1904 grotendeels verbouwd en met verschillende andere gebouwen uitgebreid door bisschop Antonius Stillemans naar ontwerp van architect Stephan Mortier. In 1906 kwamen de zusters van de Heilige Engelen van Lokeren naar Belsele om de rustende priesters te verzorgen.
Beschrijving
Kasteeldomein
Het geheel bestaat uit een kasteel met (voormalig) koetshuis en hovenierswoning; voorts horen verschillende vrij grote herenhuizen bij het complex. Laatstgenoemde zijn gebouwd met rechtstreekse toegang van en tot de straat (zie Belseledorp nummers 108-110, 114- 116, 118-120) terwijl de andere gebouwen gelegen zijn in een uitgestrekt, omgracht park met monumentale bomen, grasvelden, vijver, moestuin. Langs wandelpaden zijn verschillende specimina van kleinarchitectuur aanwezig: achtzijdig tuinpaviljoentje uit de tweede helft van de 18de eeuw van baksteen op cementplint en beëindigd op een bepleisterd hoofdgestel. Afdekking door middel van helmvormig dakje (leien). Hoge rechthoekige vensters met schuiframen en kleine roedeverdeling. Gecementeerde grot met heiligenbeeld en arduinen gedenksteen: "Memento confratrum defm. 1935". Sierlijke gietijzeren brug. Prieel op een duidelijke verhevenheid gebouwd (in de tuin van Belseledorp nummer 110) met lindestronken en afgedekt door een rieten dakje.
Voormalig koetshuis
Heden als woning ingericht. Volkomen symmetrisch gebouw van zes traveeën en één bouwlaag onder mansardedak (leien) voorzien van vier grote dakvensters en vier kleine dakkapellen op de zolder. De drie middelste traveeën springen licht vooruit, tellen twee bouwlagen, zijn bekroond door een stijf driehoekig fronton met oculus en zijn afgedekt door een zadeldak haaks op het hoofddak; op het snijpunt van de nokken staat een kleine dakruiter. De zijtravee van de voorgevel zijn als rondboogarcade uitgewerkt (voormalige koetspoorten), heden dichtgemetst, met uitzondering van een getoogd venster. Laatstgenoemde komt eveneens voor in het middenrisaliet. Achtergevel volkomen analoog aan voorgevel (echter geen rondboogarcade). Tegen de rechterzijgevel, iets wijkend: vroegere paardenstallen onder afgewolfd zadeldak (leien).
Tegen de linker zijgevel: bakstenen éénbeukige neogotische kapel van drie traveeën met smaller koortje van twee traveeën met driezijdige apsis, afgedekt door een zadeldak (nok loodrecht op het koetshuis, leien), van 1906. Voorgevel met dubbele hoeksteunberen; korfboogdeur in rijk geprofileerde natuurstenen omlijsting met waterlijst voorzien van consoles in de vorm van een priesterhoofd; erboven spitsboognis met heiligenbeeld; ruim spitsboogvenster met traceerwerk; puntgevel bekroond door zeszijdig klokkentorentje (ingesnoerde naaldspits), uitgewerkt als spietoren op kraagsteen. Gedenksteen in vlakke koorsluiting: "Ao Dm MDCCCCVI, consecravit Ilius Dominus Antonius Stillemans, XXIV Episc. Gandavensis sacellum hoc in honorem Sancti Bavonis".
Interieur afgedekt door stenen kruisribgewelven. Mobilair: Neogotisch meubilair: drie altaren, lambrisering, houten doksaal op zuilen van petit granit.
Kasteel
Complex bouwwerk in neotraditionele bak- en natuursteen, van twee bouwlagen, onder verschillende zadeldaken, speels uitgewerkt met dakkapellen en trapgevels. Oude kern. Voorgevel van zeven traveeën met centrale, risalietvormende vierkante toren van drie bouwlagen onder tentdak, op de begane grond geflankeerd door een terras met houten afdekking en borstwering; penanten met taferelen beschilderd. Natuurstenen muurbanden en kruiskozijnen. Dubbele bakstenen muizentand - fries als gevelbeëindiging. Tegen de achtergevel afdakje van drie traveeën op sierlijk bewerkte gietijzeren zuiltjes.
Interieur met neogotisch houtwerk. Binnenhuiskapel met houten tongewelf op de bovenverdieping. De driezijdige apsis met spitsboogvensters, is op de oostelijke gevel als een erker uitgewerkt. Aan weerszijden ervan zijn in de buitenmuur bisschoppelijke wapenschilden met betrekking tot de belangrijkste bouwdata ingemetseld (stichting en algehele herbouw): links Ao Di 1904 Vivat Jesus (mijter, kruis, staf); rechts 1754 Respice Finem (gekroonde cartouche met vijf schelpen in kruisvorm).
Hovenierswoning
Rechthoekige bakstenen gebouw van vijf traveeën en één bouwlaag onder mansardedak (leien) voorzien van drie dakvensters en op de daknok een klokkentorentje. Licht getoogde muuropeningen; vensters met arduinen lekdrempels. Zijgevels met uitgerekte muurvlechtingen. Hondenhok: rechthoekige ruimte, afgesloten door een gietijzeren hek, bovenaan versierd met hondenkopsilhouetten. Boven het deurtje, de sprekende tekst: "Opgepast!! 't Is een vieze kwast".
- Rijksuniversiteit Gent, Bibliotheek, Verzameling architecturale plannen en tekeningen.