Ruime, neogotische kapel, in 1899 gebouwd op dezelfde plaats en ter vervanging van heiligdommen die respectievelijk tijdens de beeldenstorm en tijdens de Franse revolutie vernield werden. Rechthoekige bakstenen constructie van drie traveeën onder zadeldak (leien) met brede overstek aan de voorgevel. Laatstgenoemde bezit een spitsbogige vleugeldeur waarboven een banderol (verdwenen tekst) en een spitsbogig raampje geflankeerd door dito nissen met de beelden van de Heilige Andreas en Heilige Gislenus. De zijgeveltraveeën zijn aangegeven door lisenen waarop acht houten kruisjes hangen die de staties van de beeweg aanduiden. Binnenruimte met rijk uitgewerkt neogotisch altaar en houten spitstongewelf.
VAN VLIERBERGHE J., Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, 46/2, 1934, p. 35-37.
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n2 (S-T), Brussel - Gent. Auteurs: Demey, Anthony Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)