Zogenaamd huis "Tack", voorheen de "ostelrije De Drij Conninghen", reeds vermeld in 1509 als afspanning waar onder meer de kerk- en Heilige Geestmeesters, koster, pastoor en kapelanen vergaderden. Dubbelhuis van twee bouwlagen en vijf traveeën onder geknikt zadeldak (nok parallel met de straat, cementpannen). Gedecapeerde, verankerde baksteenbouw op natuurstenen sokkel. Rechthoekige benedenvensters met arduinen lekdrempels; rondbogige bovenvensters, behalve in de centrale travee. Rechthoekige vleugeldeur waarboven cartouche van zandsteen, met sterk verweerd jaartal 1648. Gevel beëindigd op houten kroonlijst op modillons. Talrijke sporen, onder meer voormalige vensterbogen geven een beeld van de verbouwingen. Linkerzijgevel met merkwaardige vorm van metselwerk met zogenaamde "Stekense tichels" en bovenaan afgewerkt met aandaken en muurvlechtingen. Hiertegen, lager poortgebouw met korfbooppoort onder zadeldak.
Waardevol interieur met onder meer gotische schouw met Delftse tegels, renaissanceschouw van zwart geaderd marmer met jaartal 1648, eikenhouten trap met getorste balusters.
- NONNEMAN M., Stekene in oude prentkaarten, 1972, deel 2, p. 10.