Herenhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel met de straat, Vlaamse pannen), uit de eerste helft van de 19de eeuw en in 1893 voorzien van een bovenverdieping. Geschilderde baksteenbouw met gecementeerde plint en hoekkettingen. Vooruitspringende middentravee van de bovenverdieping gemarkeerd door een zwaar balkon en puntgevel met houten windborden. Licht getoogde vensters in omlijsting met diamantkoppen en sluitsteen; doorlopende borstwering op de bovenverdieping. Rechthoekige middendeur in magere arduinen neoclassicistische omlijsting, boven de waterlijst voorzien van een tegeltableau (bladmotieven).

In de tuin; koetshuis van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen) voorzien van een getrapt dakvenster. Korfboogvormige poorten in de spaarvelden gemarkeerd door lisenen en getrapte baksteenfriezen.