Twee panden van vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bepleisterde en geschilderde lijstgevels, bij nummer 31 ontpleisterd. Nummer 31 gemarkeerd door risalietvormende ingangstravee met rechthoekige poort en bel-etagevenster geflankeerd door gekoppelde pilasters. Bouwlagen horizontaal belijnd door gekorniste cordons. Rechthoekige vensters, enkel op de begane grond voorzien van lekdrempels en ogen; op de bovenverdieping gevat in vlakke rechthoekige omlijsting. Nummer 33 met rondboogdeur met rechte tussendorpel, vlakke sluitsteen en spitsbogig maaswerk in de waaier; flankerende pilasters in bossage, bovenaan horizontaal verbonden door een waterlijst.