Teksten van Gemeentehuis van Temse

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/15617

Gemeentehuis van Temse ()

Het gemeentehuis uit 1903-1905 is opgetrokken in eclectische stijl naar ontwerp van architect Karel Nissens.

Historiek

Een eerste vermelding van een schepenhuis te Temse dateert van 1465-66. Het schepenhuis bevond zich toen op dezelfde plaats als het huidige, namelijk aan de Markt ten noorden van de kerk. Het schepenhuis werd vóór 1795 vervangen door een neoclassicistisch gebouw dat in 1828 een wijziging onderging. In 1900 werd ook dit gemeentehuis gesloopt om in 1903-05 te worden vervangen door een nieuwbouw naar ontwerp van architect Karel Nissens uit Temse. Dit gebouw, in neo-Vlaamserenaissance-stijl opgetrokken, domineert met zijn drie bouwlagen, trapgevels en hoektoren de gehele site, met inbegrip van de kerk, waar het terrein zuidwaarts naar de Schelde afhelt.

Beschrijving

Het gemeentehuis heeft een dominerend maar ook weelderig voorkomen door het decoratief gebruik van baksteen en hardsteen. Bij de begane grond is een trappenpui die aansluit tegen de toren op de noordoosthoek. Het gevelparement bestaat hier uit breuksteenimitatie; de vensters en poorten zijn in rondboog afgewerkt.

De eerste verdieping, die wordt bereikt vanaf de trappenpui, heeft grotere, met natuurstenen kruiskozijnen gevulde ramen die eindigen onder een segmentvormig blind boogveld. Bij de zijgevels varieert dit raamtype; in het bijzonder bij de zuidgevel, waar de kruiskozijnen drielichten vormen.

De tweede verdieping vormt de eigenlijke bel-etage. Deze verdieping, nagenoeg even hoog als het gelijkvloers en de eerste verdieping samen, is geopend met hoge rondboogramen. Bij de oostgevel hebben deze ramen het uitzicht van segmentbogige tweelichten, gevormd door natuurstenen kruiskozijnen met dubbele dwarsregel en een oculus onder korfboog. De waterlijsten rond de vensterbogen zijn versierd met diamantkop- en bolvormige sluitstenen. Bij de zuidgevel worden deze ramen herleid tot enkelvoudige lichten, waarvan de blinde rondboogjes als een schelpmotief zijn bewerkt. Hetzelfde gebeurt ook bij de noordgevel, maar hier worden de enkelvoudige ramen tot een drie- en een tweelicht gegroepeerd en zijn de lichten gescheiden door baksteenpenanten in plaats van natuursteenmonelen.

Boven de op gesculpteerde klossen rustende goot van de oostgevel rijzen twee standvensters op met trapgevels en vijf overhoeks geplaatste makelaars. Het steile dakvlak wordt onderbroken door drie rijen lucarnes. De grote trapgevel op het zuiden wordt geflankeerd door twee slanke kraagtorentjes, met samengestelde spitsen bekroond. Reeds bij de hoeken van de tweede verdieping worden deze torentjes door uivormige kraagstenen voorbereid. De grote trapgevel is geopend met twee smalle rondboograampjes met blinde boogvelden en met twee oculi. Vier overhoeks geplaatste makelaars onderbreken het verloop van de getrapte gevels. Het enigszins uitgebouwd schouwmetselwerk, dat van de begane grond aanzet, wordt in het bijzonder bij dit deel van de gevel versierd, onder andere door voluten, blindnis en pinakel.

De noordgevel, bestaand uit een gedeelte lijst- en een gedeelte trapgevel, vertoont bij dit laatste twee gekoppelde rondboograampjes met schelpmotief in het blinde boogveld en overhoekse makelaars bij de geveltrappen.

De westgevel is deels ingebouwd door een uitbreiding van het gemeentehuis en wordt naar de Markt toe grotendeels aan het oog onttrokken door de dicht aansluitende bebouwing. De lijstgevel vertoont dezelfde kenmerken als de oostgevel, met inbegrip van twee standvensters. Het noordwestelijk gedeelte van de gevel (naar de hoek met de K. Wautersstraat) rijst echter hoger op met trapgevel en flankerende kraagtorentjes.

Dezelfde rijke vormgeving toont de vierkante hoektoren op het noordoosten die rechts door een rond torentje wordt geflankeerd. Men ziet er dezelfde talrijke speklagen, hoge enkelvoudige en dubbele rondboogramen, vier uitkragende hoektorentjes waartussen mezenkooiachtige overkragingen en in trapgeveltjes gevatte torenuurwerken. Met zijn samengestelde torenspits domineert deze toren het gemeentehuis en de site. In het bijzonder vallen hier op een met wapenschild van de gemeente gesculpteerd en in korfboog gevat veld, een beeld van de gemeentelijke patroonheilige Sint-Amelberga onder baldakijn, een banderol met inschrift "gemeentehuis" en een grote rechthoekige cartouche met opschrift 'Fier gebouw/ houd op recht en vrijheid wacht/ toon ons Temsche/ aan 't nageslacht/ God en koning/ hou en trouw!". Opschriften zijn trouwens kenmerkend voor dit gemeentehuis: op de gevels geven zij of de functies van sommige lokalen aan, of het zijn moraliserende teksten, namelijk aan de voet van de traptop van de linkergevel: "Vereende macht/ is heldenkracht" en op de borstweringen in cartouches gevat de doorlopende tekst: "Waar de Schelde steden baadt/ schatten lost en laadt/ waar het volk zijn eigen aard/ trouw nog heeft bewaard/ nog aan God en vorst en land/ goed en bloed verpandt/ waar de vrijheid niet aan boeien/ noch 't geweten ligt aan band/ wetenschap en kunsten bloeien/ daar is het edel land/ ons Vlaamsche vaderland."

De neo-Vlaamserenaissance-stijl vindt men ook toegepast bij de interieurs: ingangshal op de eerste verdieping met bepleisterde balken, consoles, korfbogen en halfzuilen met composiete kapitelen, verder ook deuren en deurlijsten, zolderingen met moer- en kinderbalken van trouwzaal en raadzaal waarin haarden op zwart arduinen balusterzuilen, een houten afsluiting in de trouwzaal en een hardstenen borstwering bij de bordestrap in het trappenhuis onder de toren. De neogotiek vindt toepassing bij de natuur- en bakstenen kruisribgewelven van dit trappenhuis en bij de wanden van de raadzaal, waar oorspronkelijke florale sjabloonschildering van circa 1965 achter doekbehang verborgen werd. De oorspronkelijke mozaïekvloer van de inkomhal werd circa 1975 vervangen door een vloer in gezoete travertijn.


Bron: Beschermingsdossier DO002159
Auteurs:  Van den Bossche, Hedwig
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentehuis van Temse [online], https://id.erfgoed.net/teksten/179507 (geraadpleegd op ).


Gemeentehuis ()

Monumentaal vrijstaand gebouw in eclectische stijl daterend van 1905 (gevelcartouche) naar ontwerp van architect Charles Nissens.

Imposante voorgevel van zeven traveeën waaronder torenvormige rechter hoektravee met twee bouwlagen boven het souterrain en afgedekt met zadeldak (leien) tussen zijtrapgevels met twee getrapte dakvensters en talrijke dakkapelletjes. Baksteenbouw met overvloedig gebruik van natuursteen voor horizontaliserende cordons en platte banden, vensterkruisen en traceringen en cartouches met belerende opschriften in de borstweringen. Breukstenen souterrain met rondboogvenstertjes boven de arduinen sokkel, korfboogdeuren in de tweede en zesde travee. Langs de gevel opklimmende steektrap met balustradeleuning en bordes verleent toegang tot de verhoogde begane grond. Ritmerende kruiskozijnen, op de tweede bouwlaag onder korfboogvormige waterlijst. Rondboogdeur in de zesde travee. Vierkante rechter hoektoren met drie bouwlagen, vier spietorentjes en centrale lantaarntoren. Verrijkende cartouches met opschriften en onder meer "waag" en "Gemeentehuis". Ruim centraal venster met middenstijl in de vorm van een baldakijn met Onze-Lieve-Vrouwebeeld, cartouche met "Temsche" en bekronend wapenschild in het boogveld. Paneel met inscriptie tussen guirlandes op de bovenste verdieping.

Gelijkaardige gedeeltelijk zichtbare achtergevel. Eveneens uitgewerkte zijgevels van twee traveeën met bekronende trapgevels en spietorentjes.


Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n2 (S-T), Brussel - Gent.
Auteurs:  Demey, Anthony
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentehuis van Temse [online], https://id.erfgoed.net/teksten/15617 (geraadpleegd op ).