Alleenstaand herenhuis ten noorden van de kerk gelegen en voorafgegaan door een ruime, hellende, met gras begroeide voortuin en aansluitende achtertuin. Bij testament door Leopold De Keersmaeker aan de kerkfabriek geschonken en in 1908 tot pastorie ingericht. Onderkelderd dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw. In de loop van de 20ste eeuw jammerlijk gecementeerde lijstgevel op hoge arduinen sokkel met getraliede keldervensters. Centrale deurtravee geaccentueerd door rechthoekig balkon met hek op de bovenverdieping en gebroken driehoekig fronton met oculus. Rechthoekige vensters in vlakke omlijsting ter vervanging van de geriemde omlijstingen van stuc; arduinen deuromlijsting. Houten gekorniste kroonlijst met tanden, klossen en gekoppelde consoles.