Zogenaamd "De rode balie". Hoeve met losse, L-vormige opstelling van de verankerde, rode bakstenen hoevegebouwen onder pannen zadeldaken rondom deels onverhard, deels gekasseid erf; bakstenen stoepen. Ten zuidwesten, kleine boomgaard en twee kleine omwallingen. Geasfalteerde erfoprit loodrecht op straat.
Ten noordwesten, boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type door normale vergrotingen; één bouwlaag met drie linker staltraveeën + woongedeelte van zes traveeën (nok parallel aan de straat, mechanische pannen ter vervanging van oorspronkelijke strobedekking); overstekende dakrand op houten modillons. Uitzicht uit de eerste helft van de 19de eeuw, echter teruggaand op oudere kern, zie oudere gele bakstenen van rechter zijgevel, en spoor van gebetonneerd (?) stijl- en regelwerk bij de opkamer links in de achtergevel. Rechthoekige muuropeningen met 19de-eeuws houtwerk. Beluikte houten kruiskozijnen met schuiframen, geprofileerde wisseldorpel en kleine roedeverdeling. Kozijndeur met tussendorpel, en bovenlicht met kleine roedeverdeling. Linker stalgedeelte met getoogde muuropeningen; zat oorspronkelijk onder een lager zadeldak dat in het tweede - derde kwart van de 20ste eeuw hoger werd opgetrokken. Rechter zijgevel met rechthoekige kelderopening (houten bolkozijn) in getoogde omlijsting; rechthoekige zoldervensters met getralied kozijn; spoor van dichtgemetseld opkamervenster.
Ten noordoosten, stal- en schuurvleugel onder zadeldak (nok loodrecht op het boerenhuis, mechanische pannen) met overstekende dakrand, gedateerd 1925 door middel van gele baksteenkoppen. Getoogde naast rechthoekige muuropeningen.
Ten zuidwesten stond vroeger een typisch wagenhuis dat in de loop van het tweede - derde kwart van de 19de eeuw verdween.
- VIERIN J., Over de landelijke woning aan de Vlaamsche kust. Kenteekens der Bouwwijze van de Streek, Brussel, 1922, p. 49.