Na parochiale vereniging van Oeren met Alveringem in 1808, bleef de kerk als kapel in gebruik; thans ook dienst doende als tentoonstellingsruimte. Lage omheiningsmuur van gele baksteen met gesmeed ijzeren hek, gevat tussen gebundelde steunberen met versnijdingen. Ten westen toegangspoort op sokkel onder getrapt bovenstuk, geschraagd door middel van steunberen met versnijdingen; tudorboogvormige doorgang in spitsboogomlijsting, beide voorzien van druiplijst. Laat-gotisch kerkje uit begin 16de eeuw, ter vervanging van een romaans bedehuis, waarvan het koor in de nieuwe bouw werd geïntegreerd; sacristie van 1803. Restauratie in 1896 naar ontwerp van architect J. Vinck (Veurne). Algemene herstellingswerken in 1960 onder leiding van aannemer J. Swersvaegher (Lo). Gele baksteenbouw; aanwezigheid van ijzerzandsteen, onder meer in sokkel en zuidgevel van koor, en natuursteen, onder meer in oostgevel van schip. Leien bedakingen.
De plattegrond ontvouwt een stoere westtoren, een driebeukig schip van drie traveeën onder een groot gebogen zadeldak, en een eenbeukig koor van twee traveeën met rechte sluiting onder lager zadeldak; aanpalende sacristie onder zadeldak (nok loodrecht op de kerk) tegen oostgevel van koor. Verankerde westtoren op sokkel, gestut door middel van overhoekse steunberen met versnijdingen. Korfboogpoort in soortgelijke drievoudige omlijsting met kwarthol- en -bolbeloop. Gekruisigde Christus (hout ?) onder luifel, tegen zuidgevel. Tweede geleding ten westen voorzien van spitsboogvenster (tweelicht) in geprofileerde omlijsting op afzaat en doorlopende lekdrempel. Gekoppelde spitsbogige galmgaten in een geprofileerde rondboog op afzaat en doorlopende lekdrempel ter hoogte van derde geleding. Laatst genoemde afgelijnd door middel van overkragend mijterboogfries. Bekronende stenen naaldspits met hogers en stenen kapelletjes met lichtgleuven. Westgevel voorzien van aandak, muurvlechtingen en schouderstukken; voorts spitsboogvensters (tweelichten) in een geprofileerde omlijsting op afzaat.
Traveeën van het schip gemarkeerd door steunberen. Zuidgevel geajourneerd door twee, de noordgevel door drie rondboogvensters (tweelichten) in een geprofileerde omlijsting op afzaat. Sporen van rondboog boven een recent rechthoekig glasraam in eerste travee van zuidgevel. Oostelijke (zij)tuitgevel met aandak, schouderstukken en muurvlechtingen; topstuk (gecementeerd?) in vorm van gestileerd bloemmotief. Smaller koor. Oudere zuidgevel met sporen van bouwnaad rechts van twee gedrukte korfboogvensters (tweelichten) in een geprofileerde omlijsting op afzaat. Noordgevel voorzien van twee rondboogvensters, idem aan deze van schip. Vlakke koorsluiting in de vorm van oostelijke tuitgevel met aandak, schouderstukken, topstuk en muurvlechtingen, gestut door middel van hoeksteunberen met versnijding. Breed spitsboogvenster (drielicht) in een geprofileerde omlijsting op afzaat. Ten oosten aanpalende sacristie onder zadeldak met overstekende rand, van 1803. Mogelijk oudere sokkel (?). Zijpuntgevels voorzien van aandak en muurvlechtingen. Getoogde vensters onder strekse latei. Overdekking van de middenbeuk door middel van houten tongewelf op dwarsbalken met geprofileerde sloffen. Afgeschuinde houten zoldering boven de zijbeuken. Spitsbogige scheibogen rustend op zuilen met astragalen, hoge achtzijdige sokkel en -kapiteel. Witbeschilderde, spitsbogige triomfboog. Koor: bepleisterd en beschilderd onder houten spitstongewelf; bakstenen vensteromlijstingen; rondboognissen in zuidgevel; bakstenen, geprofileerde spitsboogarcade op halfzuilen met vijfzijdig kapiteel (repliek van scheibogen) tegen noordgevel; licht getoogde deuropening in oostgevel.
Mobilair: Neogotisch meubilair, onder meer sokkel met beeld van Heilige Apollonia, altaren, communiebank. In de eerste travee van de zuidelijke zijbeuk: glasraam ter nagedachtenis aan gesneuvelden, met tekst: "Vaarwel mijn broeder. Gebroeders Heylen Juliaan ° 31-3-1894, 13-11-1917. Alfons. Gift 1965".
- DEVOS-STOCKMAN A., ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie West-Vlaanderen. Kanton Veurne, Brussel, 1975, p. 13-14.