Ten oosten van de kerk gelegen hoeve met losse bestanddelen, zonder specifiek erf. Voorliggende moes- en siertuin. Grote, rechthoekige vaalt omgeven door bakstenen paden, voor de schuur. Nog grotendeels omwalde en met wilgen omkranste terp, ten westen.
Thans als buitenverblijf (?) ingericht boerenhuis van drie opkamertraveeën links + drie traveeën lager woongedeelte en één bouwlaag onder vrij scherpe zadeldaken (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen) met overstekende rand, dit boven de opkamer hoger opgetrokken en mank wegens uitbouw aan noordgevel; in kern opklimmend tot circa 1700. Verankerde, gele baksteenbouw. Zadeldaken gevat tussen aandaken met muurvlechtingen en schouderstukken. Sporen van topstuk links. Zuidgevel met gewijzigde muuropeningen. Sporen van een korfboog (of tudor -?) boven het centrale opkamervenster. Kozijndeur ter hoogte van de vijfde travee. Ten noorden aanbouwsel voorzien van rechthoekige keldergaten met getralied kozijn en houten latei, verdiept in korfboogomlijsting en beluikte vensters met houten bolkozijn. Rechthoekige muuropeningen met kozijnconstructie, in noordgevel van lager woongedeelte. Interessante linker zijgevel met sporen van een grote, thans dichtgemetselde korfboognis. 20ste-eeuws aanbouwsel onder lessenaarsdak (golfplaten) tegen rechter zijgevel.
Ten noordoosten van boerenhuis, deels tot stalling omgevormde dwarsschuur onder zadeldak (nok parallel aan het huis, Vlaamse pannen) met overstekende rand op modillons en ten oosten wolfseind, uit het eerste kwart van de 18de eeuw. Lange gevels bestaande uit een bakstenen voeling en een horizontale plankenbeschieting voor wat het schuurgedeelte betreft; versteend westelijk stalgedeelte. Rechthoekige schuurpoorten onder luifel en getoogde staldeuren. Linker zijgevel voorzien van een aandak, schouderstukken, muurvlechtingen en zonvormig uilengat. Lager houten aanbouwsel van één travee onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen) tegen laatst genoemde gevel.
Interieur: 1708, jaartal in kerfsneetechniek op schuurpoort; bewaard krukgebint met standvinken; stalgedeelte met zwart marmeren (?) afscheidingen tussen standplaatsen van dieren; zelfde steengebruik voor dorpels van de staldeuren.
Overige gebouwen zonder noemenswaardigheden.
