Oorspronkelijk omwalde hoeve met losse, U-vormige opstelling van de gebouwen rondom onverhard erf met vaalt en bakstenen paden, gelegen midden weilanden, in het oosten afgezet met abelen, aansluitend bij nummer 11. Moestuintje achter het huis.
Boerenhuis van thans vier traveeën en één bouwlaag onder gebogen zadeldak (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen), in kern opklimmend tot de 18de eeuw (zie achtergevel), doch grotendeels versteend in de loop van de 20ste eeuw (onder meer erfgevel). Interessante achtergevel (noordoosten) met sporen van stijl- en regelwerk voorzien van witgekalkte lemen vullingen. Rechthoekige muuropeningen. Beluikte kozijnvensters, ter hoogte van derde en vierde travee (opkamer) uitgerust met getralied houten bolkozijn. Kelderopening met soortgelijk kozijn, onder de opkamer. Kozijndeurtje met bovenlicht voorzien van kleine roedeverdeling in eerste travee. Tegen de noordwestelijke zijgevel aanleunende bijbouw (schuurtje, wagenhuis?) onder gebogen zadeldak (nok parallel aan het huis, golfplaten, zelfde nokhoogte), afgewolfd door middel van platen aan noordwestelijke kant; overkragende rand op schoorstukken. Lagere 20ste-eeuwse aanbouwsels onder lessenaarsdak tegen zijgevels.
Zuidwestelijke begrenzing van erf gevormd door versteende dwarsschuur met aanpalende stallingen, onder zadeldak (nok parallel aan het huis, golfplaten en strobeschieting boven schuurgedeelte); overstekende rand op modillons; 1804: oudste jaartal in kerfsneetechniek op de houten afscheiding van de tasruimte.