is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gedenktekens voor Koningin Elisabeth en dr. Depage
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gedenkteken voor Koningin Elisabeth
Deze vaststelling was geldig van tot
Twee gedenktekens, één ter ere van Koningin Elisabeth gelegen vlak voor het huis Zeedijk nummer 70 aan de Residentie Reine Elisabeth en één om de hoek aan de Résidence l’Océan ter ere van dokter Depage en het fronthospitaal L'Ocean waarin Koningin Elisabeth aan de zijde van dokter Depage zorgde voor de gekwetsten.
De gedenktekens herinneren aan het hospitaal L'Océan en de rol die Koningin Elisabeth en professor Antoine Depage hierbij speelden. Vermoedelijk vervangt het gedenkteken voor koningin Elisabeth een voormalig gedenkteken dat op 31 augustus 1930 onthuld was.
Bij het uitbreken van de oorlog was het duidelijk dat er geen zorgstructuren waren die de grote toevloed aan gewonden en zieken konden opvangen. Koningin Elisabeth, zelf de dochter van een hertog-dokter, nam contact op met Dr. Antoine Depage. Depage (Boitsfort, 1862 - Den Haag, 1925) was een eigenzinnige student die aarzelend aan doktersstudies was begonnen. Hij vond er echter zijn roeping en studeerde in 1887 af met grote onderscheiding. In 1893 huwde hij met de verpleegster Marie Picard, die tot aan haar dood in 1915 sterk aan zijn zijde zou staan. Depage werd hoogleraar aan de Universiteit van Brussel en chef van de chirurgische dienst in het Hôpital Saint-Jean. Deze vooruitstrevende dokter verdiende verder zijn sporen onder meer met de oprichting van de Ecole Belge d'Infirmières Diplômées (onder leiding van Edith Cavell) en met het zenden van een ambulance van het Rode Kruis naar Turkije tijdens de Balkanoorlog. Het was vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog dat zijn uitzonderlijke organisatietalent getest zou worden. In enkele weken tijd, in december 1914, turnde hij het hotel L'Océan in de Panne om tot een hospitaal van het Rode Kruis. Veel van het materiaal kocht hij in Londen. Hij werd natuurlijk ook gesteund door verschillende mensen met aanzien. Dit was een doorn in het oog van de Service de Santé van het leger en van haar chef, generaal-dokter Melis. Het zou moeilijk blijven een modus vivendi te vinden en meer dan eens moesten de koninklijke hoogheden bemiddelen. Depage, zelf gemilitariseerd met de graad van kolonel-dokter, omringde zich met een vaste ploeg. Zijn dokters koos hij op basis van capaciteiten uit de gemobiliseerde militairen. De verpleging gebeurde door vrouwen, gevormd in de verpleegstersscholen van Engeland, Canada, de Verenigde Staten en Denemarken. De aanwezigheid van koningin Elisabeth in het hospitaal, die hier iedere dag enkele uren kwam helpen, betekende voor de lekenverpleegsters een grote morele steun. Ze werden verder nog bijgestaan door brancardiers. Het personeel vond een onderkomen in een twintigtal villa's uit de omtrek.
Het voormalige hotel telde een honderdtal kamers, verspreid over in totaal vijf verdiepingen. Het hospitaal had aanvankelijk een capaciteit van 200 bedden, maar dit zou opgetrokken kunnen worden tot 2000. Er waren twee operatiezalen. Het doel was om de zwaar gekwetsten, aangebracht door het Rode Kruis, onmiddellijk de heelkundige zorgen te kunnen toedienen waardoor veel sterfgevallen vermeden zouden worden. Het hospitaal stond dan ook model omwille van zijn efficiënte behandeling van zwaargewonden. Hoewel Depage zelf minder opereerde, groeide zijn reputatie. Ook Marie Curie, toen reeds dubbele Nobelprijswinnares, was onder de aanwezige experten en dat voor wat betreft de radiologie. Begin 1915 breidde L'Océan uit, met houten barakken en paviljoenen rondom het hotel zelf dat in de duinen stond. Het eerste paviljoen had 100 bedden ('British Pavillon'), een tweede 240 bedden ('Pavillon Everyman', aan de dijk, onder leiding van Miss Dale), een derde 300 bedden ('Albert-Elisabeth', raakte vernield tijdens een brand) en een vierde 40 bedden, waar men de gekwetsten ontving. De hoofdverpleegster in 'de ambulance' was de Brockdorff, echtgenote van een officier ('Mary Good'). De wasserij en de afdeling linnen en ondergoed stonden onder het toezicht van Janssen, echtgenote van een dokter. Het geheel omvatte nu zes operatiezalen met aangepaste diensten en een standaard capaciteit van zowat 1000 ligplaatsen. Eind 1915 ontvingen er naar verluidt reeds meer dan 3.500 gekwetsten de nodige zorgen. De infrastructuur werd ook nog voor andere dan medische doeleinden gebruikt. Er was een kapel, in de Marie-Josézaal werden tentoonstellingen van 'Kunst aan de IJzer' ingericht en in de Verhaerenzaal werden toneelvoorstellingen opgevoerd. In de tweede helft van 1917 kwamen Britten de Belgen aflossen in de sector Nieuwpoort. Het werd ook steeds gevaarlijker; verschillende bommen vielen op L'Océan, met dodelijke gevolgen. Van juni 1917 tot september 1918 werd de medische post uit veiligheidsoverwegingen overgebracht naar Vinkem. Tegen het geallieerde eindoffensief was men terug in De Panne paraat. In de namiddag van 28 september 1918 kwamen de eerste gekwetsten in L'Océan aan met Rode Kruiswagens. Op 30 september werd de 1.000 overschreden. De klassieke cijfers zijn dat hier zo'n 20.000 geallieerde militairen verpleegd werden en zo'n 1.200 mensen aan hun verwondingen bezweken (= sterftepercentage van 6%). Er wordt ook gezegd dat Depage zo'n 7.000 burgers verzorgde. Van de grote hospitalen opgericht in de Westhoek verwierf vooral dat van De Panne grote bekendheid. Het zou hier blijven tot 15 oktober 1919, vooral vanwege de Spaanse griep. Depage ging na de oorlog verder door op zijn elan. Hij kreeg verschillende eretekens.
Op een ongelijkzijdig podium staat een lage geknikte muur uit donkergrijs kwarts waarop een grote bloembak is gemetseld. Rechts op de muur hangt een bronzen reliëfplaat in vooruitspringende lijst, waarop koningin Elisabeth in profiel staat afgebeeld. Op de gedenkmuur: "Ici s'élévait jadis l'hôpital de L'OCEAN où durant la guerre 1914-1918 Sa Majesté la Reine ELISABETH, ayant à ses côtés le docteur Depage se dévoua comme infirmière au chevet de nos blessés. - Eertijds verrees hier het fronthospitaal L'OCEAN waarin Hare Majesteit Koningin ELISABETH tijdens de oorlog 1914-1918 als verpleegster aan de zijde van dokter Depage haar toegewijde zorgen besteedde aan onze gekwetsten". Op de gedenkplaat: links van het portret van koningin Elisabeth, staat de kroon afgebeeld en hieronder het embleem van het Rode Kruis. Onderaan: "Hommage à notre Royale Infirmière Sa Majesté la Reine Elisabeth La Panne 1914-1918". Uitvoering door Jean Canneel (gesigneerd op het brons).
Eenvoudige rechthoekige plaat uit zwart marmer, waartegen een rechthoekige bronzen reliëfplaat is bevestigd. Op de zwartmarmeren plaat: "Rood – Rouge" met kruis tussenin. "Prof Ant. Depage - Hospitaal de Oceaan 1914-1918 Ambulance de L'Océan". Op de bronzen plaat staat in driekwart aanzicht de fijn uitgewerkte buste van professor Depage in militair uniform. Uitvoering door Georges Vercruysse (gesigneerd op bronzen plaat).
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Zeedijk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gedenktekens voor Koningin Elisabeth en dr. Depage [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/16237 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.