Oorspronkelijk omwalde hoeve met losse opstelling van witgekalkte bakstenen gebouwen onder zadeldak (Vlaamse pannen) rondom een deels begraasd, deels begrint erf; ten zuidwesten van boerenhuis bevond zich tot 1977 een houten rosmolen, waarbij het paard binnenliep; kamwielen, hefboommechanisme, klauwijzer en molenstenen opgekocht door Openluchtmuseum van Bokrijk om ingebouwd te worden in soortgelijke rosmolen, afkomstig uit Leisele (Beverenstraat nummer 14).
Ten noorden van erf, boerenhuis van vier traveeën + rechts opkamer van twee traveeën en één bouwlaag onder onderbroken zadeldak, hoger opgetrokken boven opkamer, van 1714 (volgens Bijnens B.), doch aangepast in de 19de en 20ste eeuw; getoogde, oorspronkelijk beluikte kozijnvensters met kleine roedeverdeling (20ste-eeuws?); rechthoekige deur met 20ste-eeuws houtwerk; bijbouw onder lessenaarsdak tegen achtergevel; aanleunend bakhuis (confer schouw) onder soortgelijk dak, tegen westgevel; oostzijgevel met aandak, muurvlechtingen en schouderstukken; getoogde kelder- (diefijzers) en zolderopening.
Ten noorden van huis, 19de-eeuwse stal zonder verdere noemenswaardigheid.
Ten oosten, zichtbepalende dwarsschuur met aanleunende stallen van circa zeven traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op huis), deels mank wegens uitbouw van westgevel, uit de tweede helft van de 18de eeuw (?). Gepikte plint; oostgevel verstevigd door middel van steunberen en voorzien van schuurpoort onder overkragende luifel op schoorstukken; rechter gedeelte omgevormd tot stal. Westgevel met rondbogige schuurpoort. Zuidzijgevel met aandak, schouderstukken en muurvlechtingen; aanleunende stallingen van zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok loodrecht op huis; lagere nokhoogte dan schuur). Gepikte plint. Recentere rechthoekige muuropeningen en getoogde staldeuren; tudorboogdeurtje in vijfde travee van oostgevel. Zuidzijgevel met deels vernieuwd aandak.
Ten zuiden van erf, wagenhuis onder zadeldak (nok parallel aan huis), uit de 19de eeuw, doch aangepast confer lange gevel bezet met golfplaten.
- BIJNENS B., Koksijde-Sint-Idesbald. Polderwandelpad, Koksijde, 1976, p. 15.
- BIJNENS B., Koksijde-Dorp. Wulpen. St.-Willibrorduswandelpad, Koksijde, 1978, p. 26.
- DEVLIEGHER L., Vier rosmolens in Bokrijk in Volkskunde, LXXIX, 2-3, 1978, p. 199-205.