Vermoedelijk oorspronkelijk omwalde (omgrachte) hoeve met losse opstelling van witgekalkte bakstenen gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen) rondom geasfalteerd erf; gekassied koertje voor, moestuin achter het huis; gelegen midden militair domein, ten zuiden van gedempte Langgeleed. Eertijds afhankelijk van abdij Ten Duinen.
Ten zuidwesten van erf, boerenhuis met links opkamer van twee traveeën en lager woongedeelte van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak, hoger opgetrokken boven opkamer; in kern opklimmend tot de 13de eeuw, huidig uitzicht uit het tweede kwart van de 18de eeuw; aanwezigheid van "moefen", afkomstig van nabijgelegen Duinenabdij. Noordoostelijke erfgevel: getoogde kelderopening onder rechthoekige opkamervensters met kozijn; beluikte steekboogvensters (19de-eeuws houtwerk) in rechter gedeelte; uitbouw onder lessenaarsdak tegen laatste travee. Zuidwestgevel: beluikte kozijnvensters en steekboogvenster (19de-eeuws) in linker gedeelte; rechts opkamergedeelte met rechthoekig, aangepast venster. Zuidoostelijke zijgevel met aandak, schouderstukken, topstuk en mogelijk muurvlechtingen; getoogde kelderopening links; sporen van dichtgemetseld, getoogd kelder- en opkamervenster; getoogde zolderopening op afzaat; flankerende steunberen; centrale brandmuur en noordwestzijgevel met deels bewaard aandak, schouderstukken (topstuk), en muurvlechtingen; rechthoekige kelderopening (houten latei) in rondboogomlijsting in laatst genoemde zijgevel. Haakse uitbouw tegen achtergevel van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak; gedateerd 1877 door middel van muurankers in noordwestgevel; laatst genoemde met beluikt, getoogd en rechthoekig venster en getoogde deur met verdeeld bovenlicht; 19de-eeuws houtwerk; soortgelijke zuisoostgevel; aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen zuidwestgevel.
Ten noordwesten van erf, stal, omgeven met bakstenen voetpad, van nagenoeg zes traveeën onder zadeldak (nok parallel aan het huis); in kern opklimmend tot het eerste kwart van de 18de eeuw(?); rondboogdeur in beide lange gevels; Zuidwestelijke zijpuntgevel (aandak, schouderstukken, muurvlechtingen) met tudorboogvormige staldeur en korfbogige laadzolder; vierkante gevelsteen boven laatst genoemde met opschrift "ANNO 180." (?); noordoostelijke zijgevel aanleunend tegen haaks aangebouwde dwarsschuur; aanbouwsel onder lessenaarsdak in noordhoek.
Ten noordwesten van laatst genoemde, schaapsstal met sporen van muurvlechtingen in zijgevels, wijzend op oudere kern, doch onder nieuw dak met dekschilden.
Ten noordoosten van erf, dwarsschuur van zeven traveeën onder zadeldak (nok parallel aan het huis), deels mank wegens uitbouwen aan lange gevels; gedateerd 1754 door middel van zwarte pannen. Erfgevel met steunbeer en schuurpoort onder luifel; zijgevels met aandak, schouderstukken, topstuk, muurvlechtingen en radvormig uilengat; Zuidoostgevel voorzien van driezijdige steunberen met versnijdingen, asemgaten en rechthoekige kelderopening; bewaard krukgebint .
Overige hoevegebouwen zonder noemenswaardigheid.
- BIJNENS B., Koksijde-Sint-Idesbald. Polderwandelpad, Koksijde, 1976, pagina 13.
- Register Generaal ende Nieuwe Verlegheringhe van alle de hofsteden, Landen ende Thienden Competerende d'Abdije van Duynen, Brugge, 1709 (Archief van Groot Seminarie te Brugge, nummer 174).