Landhuis met omringend park, hek met ijzeren balusters en beukendreef (loodrecht op Brusselbaan). Gebouwen gegroepeerd rondom een grosso modo vierkante gekasseide binnenplaats met afgesnuite hoek met schuurpoort: jaartal 1865 op de sleutel van de ontlastingsboog. Neoclassicistisch getint landhuis van het dubbelhuistype; twee bouwlagen van zeven traveeën, onder mansardedak (leien), uit midden 19de eeuw. Fraai gepleisterde en geschilderde voorgevel op arduinen plint, contrasterende bruinachtige tinten voor ornamenten en persiennes. Begane grond gemarkeerd door pilasters met imitatiebanden, afgelijnd door gekorniste, hardstenen puilijst. Op bovenverdieping, pilasters met ingediepte schachten, afgelijnd door gekornist entablement met tandlijst. Beluikte, rondboogvormige benedenvensters in geprofileerde omlijsting. Rechthoekige deurvensters met geprofileerde omlijsting, bekronende druiplijst op consooltjes; ijzeren hek als afsluiting van het ondiep balkon, opgenomen in de gekorniste puilijst op consooltjes. Vijf dakkapellen, de middelste meer uitgewerkt met neorocaille-versiering. Rechts, drie traveeën brede zijgevel, uitgewerkt als voorgevel. Sobere achtergevel met rondboogvormige beluikte benedenvensters in vlakke omlijsting, getoogde bovenvensters op lekdrempels. Tand- en kroonlijst. Vijf dakkapellen.

Links, neogotische kapel van de 19de eeuw door architect Jean-Baptiste de Béthune. Rechthoekig gebouwtje van baksteen, geflankeerd door steunberen en afgedekt met zadeldak (leien). Spitsboogvormige muuropeningen. Westgevel met spitsboogdeur, daarboven twee lancetvensters, daartussen nis met Heilig Hartbeeld, drielobmotief.

Achter het woonhuis, aaneengesloten aanhorigheden met één bouwlaag onder mansardedaken (Vlaamse pannen), binnenplaats toegankelijk via een ijzeren hek. Bakstenen gebouwen, afgelijnd door vlakke puilijst met cartouches. Muuropeningen met hoekblokken en trapezoïdale sleutel. Dakkapellen met segmentboogvensters.