Alleenstaand burgerhuis met aanhorigheid, uitziend op een klein erf en gekasseide oprit, aan de straatzijde afgezet met een hek. Aansluitende moestuin en leiperelaar tegen linkerzijgevel.
Dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit het eerste kwart van de 20ste eeuw (circa 1900 ?). Verankerde gele baksteenbouw, voorzien van een met schijnvoegen bepleisterde en beschilderde lijstgevel op een pseudobossage plint, gevat tussen vlakke, donkerkleurige hoekbanden en afgelijnd door middel van een gelijkaardige, doch in accoladeboogjes uitgespaarde band (fries), onder een gekorniste goot- op tandlijst. Eveneens vlakke, donkerkleurige deur- en raamomlijstingen met sluitsteen en doorlopende onderdorpel, onder de bovenvensters met afhangend siermotief. Getoogde muuropeningen: beluikte benedenvensters met geprofileerde tussendorpel; aangepaste deur met tweedelig bovenlicht. Linkerzijgevel met (onleesbare) gevelsteen.
Bron: DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8n, Brussel - Gent. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)