"Gasthof" confer opschrift boven hekpijlers, eertijds "passantenliedengasthuis", "Gasthuis Bethania", opgericht in 1256 of 1277 door edelman Gerbertus ten bate van vreemdelingen en behoeftigen. Bediend door augustinessen; bestuurd door de abt van de Sint-Niklaasabdij, Veurne.
In 1414 in bezit van augustinessen. 1491: 108 gemeten groot. Na brand van 1553 herbouwd. 1577: verwoesting door beeldenstormers. Definitief verlaten in 1590. 17de eeuw: wederopbouw als hoeve. Tijdens Franse Revolutie, met landerijen (28 hectare) als kerkelijk goed verkocht.
Heden, hoeve met L-vormige opstelling van verankerde, witgekalkte bakstenen gebouwen rondom verhard erf met vaalt, bereikbaar via geblokte hekpijlers, gelegen ten noordwesten van Dorpsplaats. Siertuin ten zuiden en oosten van woonhuis. Enigszins storende 20ste-eeuws nutsgebouwen ten westen.
Boerenhuis van acht traveeën en één bouwlaag onder een deels mank zadeldak (nok loodrecht op straat, Vlaamse pannen), hoger opgetrokken boven de laatste vier traveeën, uit de tweede helft 17de eeuw. Sporen van bouwnaden tussen tweede en derde, zesde en zevende travee. Zuidgevel met rechthoekige vensters: houten kruiskozijn (18de eeuw?) met geprofileerde wisseldorpel en kleine roedeverdeling in derde travee; luiken met maansikkelmotief; overige ramen uit de 19de eeuw met beluikt kozijn. Rondboogdeur met geprofileerde tussendorpel en voorts aangepast houtwerk. Licht inspringend, nieuw muurgedeelte rechts. Aflijnende overhoekse muizentand. Lager aanbouwsel van één travee onder lessenaarsdak, tegen oostzijgevel.
Noordgevel (erf-) bestaande uit linkergedeelte van twee bouwlagen en inspringend rechtergedeelte van één bouwlaag. Linkergedeelte met links ingebouwde traptoren onder zadeldak (nok parallel aan huis) in oksel van opkamer; afgeschuinde hoektravee met kozijndeur en inwendig, houten wenteltrap (boomstam als spil) toegang verlenend tot drie opkamerniveaus, onder meer overwelfde kelder. Haaks op traptoren, vermelde opkamer onder hoger zadeldak (nok parallel aan straat en links op huis en toren, Vlaamse pannen). Interessante zuidzijpuntgevel met aandak, schouderstukken en muurvlechtingen; beluikt, 18de-eeuws (?) kozijnvenster (drielicht) met geprofileerde tussendorpel, en een vermoedelijk 17de-eeuws zoldervenster met beluikt, houten kruiskozijn en kleine roedeverdeling, in zogenaamde Brugse travee met kwartholbeloop. Westgevel met verdiepte, rechthoekige kelderopening met houten, getralied bolkozijn en valluik. Tegen noordzijgevel, aanleunende stallen onder lager zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan straat) met klimmende dakvensters. Steunberen aan oostgevel. Westgevel met onder meer korfbogige staldeuren.
Overige gebouwen zonder noemenswaardigheid.