Teksten van Kasteeldomein Planckendael

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/1660

Kasteeldomein Planckendael ()

Domein Plankendaal is sinds 1956 eigendom van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde (Antwerpen), die er een kweekstation inrichtte voor bedreigde diersoorten. Heden uitgegroeid tot volwaardig dierenpark voor inheemse en exotische diersoorten -36 hectare, geopend 25 maart 1960-, doorsneden door de kleine Baarbeek; de grote Baarbeek begrenst het domein ten zuidwesten en ten noorden Oorspronkelijk was het domein veel groter (+/- 100 hectare), doch geleidelijk werd het geprangd tussen de vaart (1750-1753) in het zuidwesten en de spoorweg Weerde-Hofstade-Muizen (1926) in het oosten. Door de aanleg van de baan Mechelen-Leuven (1736) gedeeltelijk doorsneden, zodat de huidige parking zich bevindt ten noordoosten van genoemde baan.

Volgens sommige historici opklimmend tot een Romeinse nederzetting; in de 14de eeuw is er sprake van een castrum of borght en Michiel Coxcie (1499-1592), hofschilder van Filips II had er een goed in de tweede helft van de 16de eeuw; vermoedelijk was de "Borcht", omgeven door grachten en gelegen te midden van een waterrijk landschap; waarschijnlijk tot het einde van de 17de eeuw eigendom van de familie Coxcie. Nadien kwam het landgoed achtereenvolgens in handen van verschillende adellijke families, onder meer de familie du Bois-de Fiennes, die het landgoed bewoonde gedurende een groot deel van de 18de eeuw en die poogde het aanzien van het goed te verbeteren door het graven, vanaf 1731, van hofgrachten en vijvers om het kasteel te beschermen tegen overstromingen. Naderhand eigendom van de familie Moons; in 1780 gaf Hendrik Moons opdracht een hof van plaisantie, zogenaamd "Planckendael", te bouwen (huidig kasteel); vanaf 1813 eigendom van de familie Van Langhendonck, die het goed uitbreidde met stalen en dienstgebouwen (tweede helft 19de eeuw) en het in 1956 ten slotte verkocht aan de Maatschappij voor Dierkunde.

Oorspronkelijk was het domein toegankelijk via twee toegangsdreven: de zogenaamde "Kasteeldreef" voor de bewoners en hun gasten (aangelegd in het tweede, derde kwart van de 18de eeuw, huidige hoofdingang van het dierenpark) en de zogenaamde "kassei-dreef", voor leveranciers en diensten (parallel met de kasteeldreef, doch verder ten zuidoosten). Bij het begin van laatstgenoemde dreef bevindt zich nog een ijzeren hek tussen arduinen poortpijlers. Het kasteel, iets achterin gelegen ten opzichte van de Leuvensesteenweg, is ingeplant in het noordoostelijke deel; ten zuidwesten hiervan de voormalige dienstwoningen en -gebouwen; tussen de kasseidreef en de kleine Baarbeek, de grote boomgaard (hoogstam); ten zuidwesten hiervan de kleine boomgaard (laagstam); de boswachterswoning lag in het uiterste zuiden nabij de bijkomende ingang aan de Leuvense Vaart.

Bij de hoofdingang van het domein, aan het begin van de circa 1959 gekasseide dreef, de zogenaamde "Kasteeldreef": twee bronzen leeuwen, afkomstig van het Centraal station in Antwerpen (flankeerden het uurwerk zijde De Keyserlei, afgehaald in 1960); centraal stenen schild met verwijzing naar de grote groepen uit het dierenrijk .

Toegangspoort met brug over de omgrachting, op het einde van de dreef: pijlers van bak- en natuursteen, waartussen ijzeren hek, volgens oude foto's uit het derde kwart van de 20ste eeuw.

Omgracht kasteel in sobere rococostijl van 1780 en latere L-vormige uitbreiding van circa 1880. Oorspronkelijk rechthoekige bakstenen constructie van vijf traveeën en twee bouwlagen onder leien schilddak met vorstkam (nok parallel aan de straat) en dakkapellen tussen voluten. Frontongevel met dubbelhuisopstand, gemarkeerd door beluikte, steekboogvensters (op de begane grond in natuurstenen omlijsting, boven vernieuwde arduin). Deur in arduinen Lodewijk XV-omlijsting, voorafgegaan door een gevelbreed bordes met balustrade (arduin en natuursteen). Zijgevels van vier traveeën, aan noordzijde met twee rechthoekige keldervensters in zandstenen omlijsting; aanbouwsel tegen de achtergevel van circa 1968. Interieur (huidige feestruimte): Mechelse neo-renaissanceschouw.

Latere haakse uitbreiding van circa 1880 met gelijkaardig uitzicht, doch met geblokte hoekpilasters en gedenkplaat verwijzend naar de aankoop door de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen op 28 mei 1956.

Stallen, bestaande uit twee parallelle vleugels (ook gebruikt als schuur) van elk drie en twee traveeën onder overkragend zadeldak (leien) met uitgewerkte windborden; kleurige baksteenbouw (ruitvormig geschilderde motieven) met sierankers en gevarieerde muuropeningen, overwegend rondbogig. Noordzijgevels met mooie paardenkoppen en gedenkplaten verwijzend naar bouwheer en -jaar (noordoostelijke vleugel), eerstesteenlegging door Leontine Van Langhendonck 19 juli 1887; zuidwestvleugel door Armand Van Langhendonck 6 september 1886). Interieur met kleurig beschilderde zolderingen met bakstenen troggewelven: zigzagmotieven in rood, zwart en geel. De tussenruimte, circa 1908 overdekt met een fraaie overkoepeling van glas en ijzer, deed dienst als stalplaats voor de koetsen. Volgens oude foto's oorspronkelijk zonder tussenvloer, met beglazing tot op de grond.

Voormalige bediendewoning, vermoedelijk voor hovenier of conciërge, van 1867 (zie jaartal van gesinterde baksteen in de westgevel en gedenkplaat eerstesteenlegging in de noordgevel). Heden ingericht als kantoorruimte. Breedhuis van zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen); bakstenen lijstgevel met sierankers en steekbogige muuropeningen; decoratieve verwerking van gesinterde baksteen. Oostgevel met serliana en klok gegoten door Sergeys. Opkamer in zuidoosthoek.

Voormalige stal uit dezelfde periode, recent gerenoveerd tot bergruimte; breedhuis van vier traveeën onder zadeldak (mechanische pannen). Verankerde baksteenbouw met typische verwerking van gesinterde baksteen. Gelijkaardige stal, heden ingericht als neushoornverblijf.

Dienstgebouw, (naar verluidt stal, fruitschuur en bergplaats voor kleine werktuigen), van drie en vier traveeën en één bouwlaag onder overkragend zadeldak (leien), van circa 1908. Typische tegelfriezen. Interieur met faiencetegelwanden, geschilderde troggewelven (zigzagmotieven van rood, zwart en geel) en bewaarde arduinen drinkbak.

Voormalige boswachterswoning, zogenaamd "'t Toreken", heden conciërgewoning, in kern mogelijk opklimmend tot de 18de eeuw; eenlaagse baksteenbouw onder diverse, pannen zadeldaken met verspringende noklijn; gemarkeerd door vierkante toren aan noordzijde en opkamer in de noordoostelijke hoek. Noordoostzijgevel met steekboogvensters in geschilderde zandstenen omlijsting (uitzicht arduin); mogelijk gerecupereerde arduinen onderdorpels met steenkapperstekens DM(?). Bouwvallige uitbreiding uit de tweede helft van de 19de eeuw, getypeerd door spitsbogige muuropeningen in omlijsting van geglazuurde baksteen en portaal van knoestige boomstammen.

Vogelkooi met ijzeren geraamte van 1972.

Stenen zuilen op vierkante sokkel (bijenstand), afkomstig van het interieur van het roofdierengebouw van de zoo van Antwerpen van 1876, naar ontwerp van bouwmeester Ch. Servais; gesloopt in 1967-1968.

Bij de ingang aan de Leuvense Vaart: twee stenen leeuwen gesigneerd A. Peeters en afkomstig van de toegangsweg tot het Steen in Antwerpen (vermoedelijk daar geplaatst circa 1885).

  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen Mechelen/Muizen, 1880/17, 1908/15, 1968/45.
  • BAECK P., De Antwerpse dierentuin. Evolutie vanuit architecturaal en stedebouwkundig oogpunt, Eindverhandeling NHIBS, 1984, afbeelding 26-30.
  • DOULIEZ H., Heemkundige weetjes over het domein Planckendael, in Zoo Antwerpen Planckendael, LIX, 1993, nummer 2, 32-36.
  • JACOBS F., Planckendael te Mechelen is 25 jaar, in Gazet van Mechelen, 22/9/1981, 19.
  • Gegevens verstrekt door H. Douliez, beheerder Planckendael.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1995: Kasteeldomein Planckendael [online], https://id.erfgoed.net/teksten/1660 (geraadpleegd op ).


Kasteeldomein Planckendael ()

In 1780 vermeld als "Huys van Plaisantie" met zijn aanhorigheden gelegen in een omwaterd goed. Sedert circa 1955 eigendom van de Antwerpse Zoo.

In een uitgestrekt park gelegen kasteel met een zekere allure, waarvan het centrale deel, vijf traveeën breed en vier traveeën diep, opklimt tot einde van de 18de eeuw, doch het overige dateert uit de 19de eeuw. Hervoegd baksteenmetselwerk (Rijnvorm) met arduinen plint. Schilddak (leien), voorzien van een voorgevelfronton met oculus en twee houten dakkapellen tussen volutes. Beluikte steekboogvensters in arduinen omlijstingen; centrale spiegelboogdeur met rococo-inslag: geprofileerd beloop der omlijsting verrijkt met siermotieven op de schachten, in de zwikken en op de sluitsteen en bekroond met een gekorniste druiplijst; voorafgegaan door een breed perron met balustrade van arduin. Neoclassicistische bijgebouwen.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Kasteeldomein Planckendael [online], https://id.erfgoed.net/teksten/76418 (geraadpleegd op ).