Nummer 34, eertijds zogenaamd "Den gouden Leeuw" (17de eeuw). Wederopbouwarchitectuur tengevolge verwoesting tijdens Eerste Wereldoorlog. Diephuizen van twee (nummers 30, 33,34) en drie traveeën (nummers 31, 31) en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen). Oorspronkelijk gebouwd kort na 1609 op kosten van de kasselrij, op de plaats van de in dat jaar afgebroken oude Vleeshalle die verplaatst werd naar rechter hoek met Ooststraat (Grote Markt, nummer 1). Nummer 30 zou alhoewel hersteld, nog oude muurgedeelten bewaren. Gereconstrueerde trapgevels grosso modo naar oorspronkelijk renaissancepatroon van circa 1609, volgens tekeningen van de gevelopstanden daterend van kort voor de verwoesting; naar ontwerp van architect C. Van Elslande (Veurne) van circa 1920, zie gedateerd aediculavenster van nummer 31. Reeds voor verwoesting, niet helemaal meer oorspronkelijk bewaarde huizenrij tengevolge 19de-eeuwse gevelaanpassingen onder puien en lijstgevel van drie bouwlagen (nummer 32). Hierdoor werd bij de reconstructie vermoedelijk deels naar analogie gewerkt; ook de puien van de Horecabedrijven zijn variaties op de bovenbouw.
Regionale renaissance-architectuur voornamelijk getypeerd door het vast patroon van het aediculavenster ter verfraaiing van trapgeveltop; meer uitgewerkt onder meer met hermenpilasters bij nummers 31, 32, 33, 34. Voorts, houten kruiskozijnen met kleine roedeverdeling verdiept in tudor- en korfboogomlijsting op afzaat, met doorlopende lekdrempel op bovenverdieping. Gewijzigde puien bij nummers 31, 33.
Rechter zijgevel van nummer 34. Rondboognis gevat in omlijsting van versierde pilasters met gebogen frontonbekroning, naar ontwerp van Ch. Schaessens (Veurne) van 1922; bronzen gevelplaat in 1977 overgebracht naar westelijke zijgevel van voormalig Landhuis. Rechts aanleunend huistorentje in hoek bij ten opzichte van rooilijn vooruitspringend huis van Noordstraat, nummer 2: reconstructie van het in 1610 gebouwde "hanghebeuc" dienende tot winkel"; in de 19de eeuw ingebouwd door kleine herberg zogenaamd "Vuilgootje" die in 1908 werd afgebroken wegens zijn "architecturaal onverantwoord karakter", in periode dat het toenmalig stadsbestuur zich vrij druk met stadsverfraaiing bezig hield. Rechthoekige baksteenbouw van twee bouwlagen met ingesnoerde spits (leien). Rechthoekige muuropeningen in rond- en tudorboogomlijsting met afzaat; gevat in rechthoekige omlijsting van gegroefde pilasters met gebogen frontonbekroning, op bovenverdieping
- Algemeen Rijksarchief (Brussel), inventaris 622, nummer 892.
- Stadsarchief Veurne, modern archief, bundel 499.
- Stadsarchief Veurne, nieuw archief, bundel B1-70, zonder nummer (1920) en nummer 16.
- DALLE D., Veurne op het einde van de zestiende eeuw, in De Gidsenkring, XI, 2, 1973, p. 3.
- DALLE D., Een klein hoekje Veurne , in De Gidsenkring, XVI, 3, 1978, p. 23-25.