Genoemd naar het klooster dat oorspronkelijk eigenaar was. Gelegen nabij de Dijle op een hoger liggend perceel in het Mechels Broek. Oorspronkelijk toegankelijk via een eikendreef ten noordwesten, in de periode 1819-1833 aanleg van een bijkomende eikendreef ten noorden. Vermits het bomenbestand verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog, opnieuw aangeplant in 1985, de eerste met linden, de tweede met eiken.
Historiek
Vermoedelijk opklimmend tot de tweede helft van de 17de eeuw. De oudste afbeelding van 1718 in het kaartenboek van de Commanderij van Pitsemburg, toont een hoeve (laaghuis) met grondplan van +/- dezelfde afmetingen als de huidige, een lemen schuur gedekt met stro en een bakoven tegen de zuidgevel van de hoeve. Vrij spoedig na de bouw moet een grondige verbouwing hebben plaats gevonden, waarbij het hooghuis werd opgetrokken zoals het te zien is in vermeld kaartboek.
Dat het hooghuis een verbouwing is bleek uit het onderzoek van de fundamenten. Het was onderkelderd met een trap aan de oostzijde; binnenin een grote kamer met kruiskozijnen aan drie zijden, voorbehouden aan de prior van het klooster. Door opheffing van het klooster in 1784 werd de hoeve staatsbezit; verkocht tijdens de Franse revolutie; nadien wisselende eigenaars.
Volgens kadastergegevens nogmaals verbouwd circa 1882: de deur in de westzijde van het laaghuis werd een venster, nieuwe deur in de oostgevel; toegangsdeur van het hooghuis verlaagd en trappen weggebroken; de "heeren camer" werd in twee gedeeld en de kruisvensters grotendeels gedicht, naderhand gebruikt als stal en hooizolder.
Lemen schuur vervangen door een stenen constructie, bedekt met pannen, met ruime koestal, aangrenzend varkenshok en wagenberging. Zwaar beschadigd in 1944; stal, schuur en wagenhuis volledig vernield; tegen de westgevel van het woonhuis werd een voorlopige stal opgericht, afgebroken in 1984; nieuw wagenhuis aanvankelijk tegenover de oostgevel, later aangebouwd tegen de zuidgevel. Gevolgd door een periode van sterk verval.
In 1968 aangekocht door de Staat, in 1982 door de "Stichting Hanswijckhoeve" met het oog op het opnieuw inrichten van een kleinschalig landbouwbedrijf en een natuureducatief centrum; gevolgd door restauratie naar ontwerp van W. Slock en C. Lievens. De restauratie beoogde geen nauwkeurige reconstructie; er werd wel teruggegrepen naar de vroegere toestand in functie van het vooropgestelde programma: het laaghuis werd aangepast aan de noden van een hedendaagse woning voor de pachter, in het hooghuis werd de voormalige "heeren camer" hersteld en ingericht als natuureducatief centrum. Heden opnieuw uitgebaat op kleinschalige en milieuvriendelijke wijze.
Beschrijving
Onderkelderd hooghuis in traditionele bak- en zandsteenstijl uit het einde van de 17de - begin 18de eeuw. Verankerde baksteenbouw, okerkleurig beschilderd, van twee traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen). Typisch gebruik van steigergaten, muurvlechtingen van gesinterde baksteen en kruiskozijnen, opnieuw geopend en grotendeels vernieuwd bij de laatste restauratie; enkele treden leiden zoals eertijds naar de rondboogdeur, die opnieuw verhoogd werd. Eveneens herstelde zijtuitgevel met schouderstukken, aandak, rondboogluik en oculus.
Aansluitend laaghuis van vier traveeën en één bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) met nieuwe dakvensters, vermoedelijk opklimmend tot de tweede helft van de 17de eeuw; nieuw ingebrachte kruisvensters in de oostgevel; serre-achtige uitbouw aan westgevel. Volledig vernieuwd wagenhuis ten zuiden.
- S.N., De Hanswijckhoeve te Muizen-Mechelen. Hanswijck 1000/Het Mechels Broek, (Monografieën Bouwkundig Erfgoed 2), Brussel, 1987.