Het Bisschoppelijk College van Veurne is gelegen langs de Karel Coggelaan 8, aan de zuidoostelijke rand van het centrum van Veurne. Tegen de oostelijke muur van de speelplaats is een gedenkteken aangebracht.
Het Bisschoppelijk College werd gesticht in 1851 als voortzetting van de vroegere 'Latijnsche Schoole', op de gronden van de voormalige Sint-Niklaasabdij uit de 17de eeuw. De oorspronkelijke schoolgebouwen van ca. 1867 werden vervangen door een ruimer neogotisch complex met hoofdgebouw van 1891 naar ontwerp van architect D. De Nijs (Roeselare). Het werd bij M.B. van 2004-06-04 beschermd als monument.
Het Bisschoppelijk College speelde een belangrijke rol tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het huidige Sint-Jansgasthuis aan de Houtmarkt deed dienst als ziekenhuis voor de burgers, terwijl de andere schoolgebouwen in de Karel Coggelaan onderdak boden aan een Brits hospitaal 'The British Field Hospital for Belgium' en een Britse ambulancedienst 'Dr. Munro's Flying Ambulance Corps', samen ruim 60 vrouwen en mannen. Eén van hen was een vrijwillige verpleegster en auteur, Sarah Macnaughtan. Ze had dienst genomen in de overtuiging dat de Britten een superieur volk waren, waardoor het haar morele plicht was om zwakkeren bij te staan, in dit geval de kleine Belgen. Ze hield een oorlogsdagboek bij dat in april 1915 verscheen: 'A woman's diary of the War'. Ze stierf in 1916.
Het werk van het 'Belgian Field Hospital' was begin september 1914 gesticht te Antwerpen. Koningin Elisabeth voorzag het van een gebouw te Antwerpen en nodigde een groep Britse dokters en verpleegsters uit. Ze zou later ook dikwijls patiënten bezoeken. Het hospitaal werd de officiële basis voor Britse gewonden en was constant volzet. Begin oktober 1914, bij de ontruiming van Antwerpen, moest het hospitaal mee verhuizen. Het werd overgebracht naar het Bisschoppelijk College in Veurne en opende daar op 21 oktober zijn deuren. Het personeel was toen nog volledig Brits. Op 23 januari 1915 verliet het Britse personeel Veurne ten gevolge van de talrijke beschietingen en installeerde zich een aantal dagen later in het rustoord Clep te Hoogstade.
Op 15 mei 1916 werd het 'Belgian Field Hospital' een Belgisch militair veldhospitaal, met Belgisch personeel, op enkele 'nurses' na. De gewonden en zieken kregen meermaals het bezoek van Koning Albert en Koningin Elisabeth. Het 'Belgian Field Hospital' te Hoogstade stond onder leiding van Dr. Willems.
Frans Daels, bataljonsarts, had in het college van Veurne eveneens een labo waar hij de middelen bestudeerde om de werking van gifgassen op het menselijk organisme te voorkomen. Op zijn initiatief zou het college ook bezoek krijgen van de dubbele Nobelprijswinnares Marie Curie. Marie Curie zou er een week blijven en er een radiologische dienst opzetten. Door haar toedoen zouden er steeds meer vaste en mobiele radiologische diensten bijkomen in de militaire hospitalen.
Naast een medisch centrum was het college tijdens de Eerste Wereldoorlog tevens een zwaartepunt in de culturele werking voor soldaten. Het was immers de standplaats van de Vlaamse soldatenbibliotheek, weeral een initiatief van Daels. Hij bouwde een uitleenbibliotheek voor de Vlaamse soldaten uit, om hen van de verveling, de drank en de bordelen weg te houden. Daels' organisatie, het 'Secretariaat der Katholieke Vlaamse Hoogstudenten', had zijn hoofdkwartier en zijn bibliotheek in de collegegebouwen. Na de oorlog werd het boekenbestand van om en bij de 7.000 titels naar Brussel afgevoerd.
Door professor Daels en enkele leraars uit het college werd ook "De Belgische Standaard" gesticht. Het eerste nummer verscheen op 10 januari 1915 en kostte 5 centiem. De oplage bedroeg 4.000 exemplaren. Medewerkers waren o.m. mej. Belpaire, P. Bertrand, Juul Filliaert, Jan Bernaerts en Jozef Verduyn. Dit bleef het enige dagblad dat op het front werd gedrukt en samengesteld (De Panne).
De etser-schilder Joe English werd eveneens door professor Daels naar het Bisschoppelijk College te Veurne gehaald. Hij kreeg er een kamer, was er bibliothecaris van de soldatenbibliotheek, secretaris van het 'Secretariaat van Katholieke Vlaamse Hoogstudenten' en medewerker van 'De Belgische Standaard'.
Neogotisch complex van gebouwen. Hoofdgebouw van 9 traveeën en 3 bouwlagen onder zadeldak.
Bron: WOI Relict (472): Bisschoppelijk College (Veurne - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Bisschoppelijk College [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195764 (geraadpleegd op ).
Het Bisschoppelijk College van Veurne is gelegen langs de Karel Coggelaan 8, ten zuidoosten van de Grote Markt van Veurne. Tegen de oostelijke muur van de speelplaats is een gedenkteken aangebracht.
Historische achtergrond
Dit gedenkteken herinnert aan leerlingen van dit college die tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog stierven, de meeste als militair, maar ook enkele als burger. Het gaat om 24 doden uit de Eerste en vijf doden uit de Tweede Wereldoorlog. Het aediculum werd ontworpen door A. Vande Walle-Vanneste. Het initiatief kwam van de Oud-leerlingenbond. Het Bisschoppelijk College werd in 2004 beschermd als monument.
Eén van de herdachten is Séraphin Debandt, geboren te Steenkerke in 1896, soldaat bij de 3de Compagnie van het 23ste Linieregiment. Hij raakte op 1 november 1918 gewond in Zomergem en bezweek aan zijn verwondingen op 2 november 1918 in een ziekenhuis in Brugge. Hij werd oorspronkelijk op 6 november 1918 begraven te Steenbrugge, maar later overgebracht naar het kerkhof van Steenkerke.
Kenmerken
Rechthoekige nis uit hardsteen met witmarmeren, bovenaan gebogen gedenkplaat. De nis is gesteund op een waterlijst en twee kraagstenen en is opzij versierd met twee gecanneleerde pilasters met volutenkapiteel waarop een driehoekig fronton met vooruitspringende kroonlijst rust.
Op het fronton: een kruis met twee gekruiste palmtakken. In de nis witmarmeren plaat: 'Piëteitsvol aandenken', '1914-18', de namen, '1940-45', de namen, alfabetisch gerangschikt. 'De oud-leerlingenbond'. Bronzen letters in reliëf aangebracht.
H. 183 cm x Br. 132 cm
Uitvoering: A. Vande Walle-Vanneste, Veurne (aangeduid op bronzen naamplaatje)
Bron: WOI Relict (1580): Aediculum overleden leerlingen Bisschoppelijk College (Veurne - WOI-WOII)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Bisschoppelijk College [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391944 (geraadpleegd op ).
Nummer 8. Bisschoppelijk College. Gesticht in 1851 als voortzetting van de vroegere Latijnsche Schoole. Complexe gebouwen gelegen op de gronden van de voormalige Sint-Niklaasabdij uit XVII cf. bewaard zogenaamd "Abdijpoortje" aan Abdijstraatzijde. Oorspronkelijke schoolgebouwen van circa 1867 thans vervangen door ruimer neogotisch complex met hoofdgebouw van 1891 naar ontwerp van architect D. De Nijs (Roeselare) en overige vleugels van respectievelijk 1891, 1899-begin XX, 1913- 1914 (kapel) en circa 1934 (architect J. Leper, Veurne). In de loop van de jaren 1950-1960, verdere uitbreidingen en in gebruikname van het voormalig Sint-Janshospitaal (Houtmarkt, nummer 15) met rechts nieuw schoolgebouw aan Houtmarktzijde. Nieuwe sporthal van 1977 op hoek van Houtmarkt met Karel Coggelaan (architect J. Plasman, Veurne).
Neogotische vleugels waarvan voornamelijk hoofdgebouw, uitziend op Karel Coggelaan, gekenmerkt door een overdimensionering van neogotische elementen.
Hoofdgebouw van negen traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (n // straat, leien) met houten dakkapellen en ijzeren vorstkam. Baksteenbouw boven arduinen sokkel met rechthoekige kelderopeningen; sierankers. Zogenaamd Brugse traveeën afwisselend hoger opgetrokken met getrapt dakvenster. Hoekrisalieten met gekanteelde borstwering. Kruis- en bolkozijnen van Euvillesteen; borstwering en boogvelden met traceerwerk. Zijtrapgevels. Geprofileerde schoorstenen. Recentere neogotische vleugels met aansluitende vormentaal.
Gevels aan het gekasseide en doodlopende Abdijstraatje, met verankerd XVII-muurgedeelte van het zogenaamd "Abdijpoortje" of rest van de voormalige Sint-Niklaasabdij. Korfboogpoort in afgeschuinde bakstenen omlijsting op natuurstenen neuten met ezelsoor. Bekronende wapenschilden, l; van abt Christiaan Drave (1573-1634) met jaartal 1623, r. van de abdij; ertussen, rondboognisje met beeld van Heilige Norbertus, schelpvulling, sluitsteen en imposten, ingeschreven in rechthoekige omlijsting van pilasters en hoofdgestel met frontonbekroning.
Bron: DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8n, Brussel - Gent.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Lion M. 1982: Bisschoppelijk College [online], https://id.erfgoed.net/teksten/16720 (geraadpleegd op ).