Voormalige hoeve of "maison de plaisance" (?) met neoclassicistische inslag van 1820 volgens muurankers van schuur; thans buitenverblijf. Ingeplant ten noorden van spoorweg Gent-Adinkerke en ten zuiden van Slabbelinckgeleed.
Omwald geheel met losse witgekalkte bestanddelen van baksteen op gepikte plint, onder pannen daken rondom deels begraasd en- verhard erf; bakstenen stoep voor het boerenhuis. Ten zuiden en ten oosten, onverharde en met bomen afgezoomde opritten, respectievelijk vanaf Karpel- en Kwintestraat.
Ten noorden, woonhuis; dubbelhuis van drie traveeën en anderhalve bouwlaag onder mank schilddak. Grotendeels van 1820, doch met oudere 18de-eeuwse kern volgens rechts aandak met muurvlechtingen en schouderstuk van de lagere achtergevel. Geblokte hoekbanden waartussen arcade van drie rondbogen met rechthoekige benedenvensters en deur; radvensters op de halve verdieping. Bewaard 19de-eeuws houtwerk onder meer beluikte houten kruiskozijnen met kleine roedeverdeling; kozijndeur met bovenlicht eveneens voorzien van roedeverdeling. Geprofileerde kroonlijst.
Links en rechts, licht inspringend soortgelijk aanbouwsel van één travee en één bouwlaag onder lessenaarsdak. Soort van schermgevels met geblokte hoekbanden en rondboognis voorzien van verdiept radvenster met zijgevels.
Ten noorden achter het woonhuis, lage paardenstal van vijf traveeën onder zadeldak (nok parallel aan het woonhuis, Vlaamse pannen). Geblokte hoekbanden. Halfronde vensters. Rechthoekige staldeuren. Rondboognisje met Heilig Hartbeeld in rechter zijpuntgevel.
Ten oosten, dwarsschuur met koetshuisgedeelte onder mank zadeldak (nok parallel aan het woonhuis, Vlaamse pannen), gedateerd 1820 door middel van muurankers in rechter zijgevel. Lange- en zijpuntgevels met geblokte hoekbanden. Rechthoekige schuurpoort tussen geblokte lisenen. Rondboogvormige koetspoorten onder meer twee in linker zijpuntgevel. Voorts, halfronde vensters en rondbogige zoldervensters (zijpuntgevels).