‘Die Nobele Rose’ is gelegen langs Noordstraat 11, vlakbij de Grote Markt van Veurne. Aan de voorgevel hangen meerdere gedenkplaten.
Historische beschrijving
Dit gebouw werd eind 16de eeuw opgetrokken in regionale renaissancestijl boven een 13de-eeuwse kelder. In 1890 werd het gerestaureerd. Van 1891 tot 1928 was in dit gebouw het gasthof 'Die Nobele Rose' gehuisvest. In de zomer van 1906 overnachtte de Duitse dichter Rainer Maria Rilke hier.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg het hotel het te verduren onder beschietingen en bombardementen. Op 1 november 1914 incasseerde het zijn eerste voltreffer en was daarmee één van de eerste getroffen gebouwen in Veurne.
Toen het Belgisch hoofdkwartier in Veurne was ondergebracht, van midden oktober 1914 tot begin 1915, verbleven de officieren van de generale staf in dit hotel.
Van 6 tot 13 december 1914 verbleef de dubbele Nobelprijswinnares Marie Curie met haar dochter Irène in het hotel. Ze was in Veurne op verzoek van dr. Frans Daels van het militair hospitaal in het Bisschoppelijk College, om er een radiologische dienst op te zetten.
Tot slot verbleef hier in 1914 ook het Amerikaanse echtpaar Allen. De echtgenoot, Ben S. Allen, was hier om Koning Albert voor Amerikaanse kranten te interviewen. Hij was reporter voor de 'Associated Press', de grootste nieuwsdienst die in Londen gevestigd is. Het was de Amerikaanse president Hoover die het verzoek voor het interview inleidde. Bens vrouw, Victoria French, vergezelde hem in Die Nobele Rose.
In juli 1916 sloot men het hotel. In december 1917 sprak Ben Allen, inmiddels hoofd publiciteit van de 'Commission for Relief' in België (onder leiding van Hoover), op een jaarlijkse vergadering van de organisatie over het moedige, lijdende België en over zijn bezoek aan het inmiddels getroffen hotel ‘Die Nobele Rose’. Onder voorzitterschap van Hoover beslisten een dozijn afgevaardigden om een restauratiefonds op te richten voor het herstel van het gebouw en dit als een geschenk aan het Belgische volk vanwege de hotelmensen uit de VSA.
Dankzij die 'American Hotel Association' werd het gebouw na de oorlog dan ook gerestaureerd. Victoria Allen was meter. De restauratie vond plaats onder leiding van architect Eugene Dhuicque (1877-1955), bekend van de 'Mission Dhuicque' (het inventariseren van monumenten voor reconstructies en het consolideren van monumenten door het maken van afgietsels).
Het gebouw diende vele jaren als bankkantoor. In 1992 werd het bij Ministerieel Besluit als monument beschermd. In 2000 werd het gebouw opnieuw in gebruik genomen als hotel ‘Die Nobele Rose’. William Allen, de zoon van Victoria en Ben, was peter. Op dat ogenblik werd deze gedenkplaat onthuld.
Kenmerken
Wit stenen gedenkplaat met afgeronde bovenzijde. Wapenschild, daaronder de tekst: 'This Renaissance building, whose foundations date from around 1300, housed an inn, Gasthove die Nobele Rose (L'Hotellerie de la Nobele Rose) from 1891 to 1928. During the First World War, when the headquarters of Belgian forces under King Albert I were for a time in Veurne, officers from the headquarters staff made the inn their home.' 'In 1915 the building was severely damaged by German shellfire. Thanks to the generosity of members of the American Hotel Association the Building and its inn were restored after the war. For her part in managing the hotelkeepers restoration campaign, Victoria French Allen was officially recognized as godmother of the restored inn. She had been a guest at Die Nobele Rose in 1914, accompanying her husband Ben S. Allen who came to Veurne to interview King Albert I for American newspapers.' 'For many years the building served as the office of a bank. This plaque commemorates its second restoration as Die Nobele Rose in the year 2000. William H. Allen, son of Ben and Victoria Allen, has been named godfather of the restored inn for his assistance in the restoration and in tribute to the continuing relationship of the United States to Veurne and its historic inn.'
Bron: WOI Relict (974): Gedenkplaat Die Nobele Rose (Veurne - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Herberg Die Nobele Rose [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391953 (geraadpleegd op ).
Zogenaamd "Die Nobele Rose". Volgens kroniekschrijver P. Heinderycx (1633-1683) naar legende: eind 12de eeuw, verblijfplaats van Mathilde, weduwe van Filips van de Elzas, later van Gertrude van Saksen, weduwe van Robrecht de Fries, tot aan haar dood in 1113; vervolgens waarschijnlijk betrokken door de "Ridders van de Tempel", en later door de "Ridders van Malta". Huidig gebouw in regionale renaissancestijl opgetrokken in 1572-1575 op smallere oude 13de-eeuwse keldering. In de 18de eeuw, eigendom van de familie Van Grimbergen; later van Jaak Albrecht Vermeersch, heer van Allonshove. Gerestaureerd in 1890, en nieuwe functie als gasthof onder huidige benaming, zie gevelplaat met inscriptie: Rainer Maria Rilke overnachtte hier in het hotel "De nobele roos" van 18 juli tot 2 augustus 1906. Na zware oorlogsschade onder meer aan trapgevel, hersteld naar ontwerp van architect Eugène Dhuicque (Brussel) van 1920. Vervolgens eigendom van bankinstelling tot op heden. Restauratiewerken onder leiding van architecten Luc en Piet Viérin (Brugge) in 1971 - 1972: vernieuwde bedaking, opnieuw gevoegde gevel, en aanpassing van binneninrichting aan bankfunctie.
Trapgevel met enkelhuisopstand van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien), gedateerd 1575 door middel van cartouche in geveltop en 1572 door middel van balkslof van benedenverdieping. Verankerde, gele baksteenbouw op zandstenen plint; verdiept steekboogvormig keldervenster links en beluikte rechthoekige kelderopening rechts. Geveltop gemarkeerd door typisch aediculavenster met schelpvulling. Beluikte houten kruiskozijnen (circa 1922; glas in lood) verdiept in korfboogomlijsting met geprofileerd beloop op afzaat met lekdrempel, geprofileerd en doorgetrokken op bovenverdieping. Smalle rechthoekige deur verdiept in analoge omlijsting als vensters; houtwerk van 1921 zie jaartal van versierde tussendorpel. Aandaken met muurvlechtingen.
Achtergevel. Nog oorspronkelijk bewaarde begane grond volgens bouwnaad. Merkwaardige pui met rechthoekige houten kozijnconstructie verdiept in omlijsting van drie korfbogen: centrale deur met kruiskozijn boven gestrekte tussendorpel met tandlijst, gekoppeld aan twee kruiskozijnen, onder geprofileerde kroonlijst op voluutconsoles; nieuw glas-in-lood en traliewerk. Voorts, vermoedelijk naar oorspronkelijk uitzicht gereconstrueerde tuitgevel met muurvlechtingen en vensters verdiept in korfboogomlijsting.
Interieur. Renaissance schouw van marmer en arduin, op benedenverdieping. Versierde balksloffen met voluten op beide verdiepingen onder meer een gedateerd 1572. Keldering uit de 13de eeuw: twee beuken van drie traveeën overkluisd met bakstenen kruisribgewelven die rusten op consoles en twee zuilen van Doornikse hardsteen met knoppenkapiteel; niet zichtbaar basement van middenzuil, doch vermoedelijk aanwezig onder huidige bevloering zie vrijgemaakt basement van tweede zuil.
Bron: DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8n, Brussel - Gent.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Lion M. 1982: Herberg Die Nobele Rose [online], https://id.erfgoed.net/teksten/16745 (geraadpleegd op ).