Zogenaamd "Kapelhof". Nog deels omwalde hoeve met lage losse bestanddelen onder pannen zadeldaken rondom grotendeels onverhard erf met twee laag ommuurde vaalten. Moestuintje voor het boerenhuis. Resten van omwalling ten oosten en ten westen; op Ferrariskaart (1771-1778), ook omwalling rondom het boerenhuis. Boomgaard ten oosten. Erfoprit met bakstenen hekpijlers. Bakstenen wegkapelletje onder zadeldak (pannen), met neogotische inslag; opschrift "1947. Kapelhof. O.L.V. van Troost B.V.O." in accoladeboogomlijsting van getoogde deur.
Ten noorden, merkwaardig boerenhuis met drie trav. + twee r.opkamertrav. onder doorlopend en kort overstekend zadeldak (Vlaamse pannen); deels mank wegens uitbouw van achtergevel; hanggoot. Verankerde baksteenbouw; witgekalkte erfgevel boven gepikte plint. Oude 17de-eeuwse (?)-kern aangegeven door bewaarde deurtravee van erfgevel, verdiepte en geprofileerde korfboogomlijsting van getraliede kelderopening onder de opkamer respectievelijk in erf- en achtergevel, verdiepte steekboogomlijsting met geprofileerd beloop op afzaat van voorts aangepast opkamervenster in achtergevel; binnenin, verdiepte bakstenen spitsboogomlijsting van opkamerdeur, en herbruikte (?) 17de-eeuwse huisbalk met rijk versierde balksloffen in de keuken. Korfboogdeur met vierdelig bovenlicht verdiept in spitsboogomlijsting; druiplijst met gestrekte uiteinden; kleine spitsboognis met witgekalkt Mariabeeld in het boogveld. Rechts, korfboognisje met geprofileerd beloop op afzaat. Rechthoekige vensters (19de eeuw); sporen van oorspronkelijke korfboogomlijsting boven twee linker vensters. Beluikte houten kruiskozijnen links; bolkozijnen bij de opkamer.
Achtergevel: rechts uitbouw (slaapkamers); rechthoekige muuropeningen onder meer twee beluikte houten bolkozijnen met schuiframen en kleine roedeverdeling. Rechter zijpuntgevel: rechthoekig zoldervenster met beluikt kozijn. Linker zijpuntgevel: twee soortgelijke zoldervenstertjes.
Links, lager aanbouwsel (keuken) van twee traveeën, uit de 19de eeuw (?). Witgekalkte erfgevel op gepikte plint. Rechthoekige muuropeningen met kozijn onder meer beluikt drielicht links. Achtergevel: ouder houten kruiskozijn met schuiframen, kleine roedeverdeling en luiken; links laadluik. Recent aanbouwsel links.
Interieur. In het zogenaamd "binnenhuis", geprofileerde balksloffen en houten 19de-eeuwse schoorsteenmantel. Laatst genoemde ook in de keuken.
Ten westen, stalvleugel van vier traveeën onder overstekend zadeldak (nok loodrecht op het boerenhuis, Vlaamse pannen) met laadluik; jaarsteen 1832 in linker zijpuntgevel met radvormig uilengat. Verankerde baksteenbouw; oudere onderbouw. Getoogde deuren. Gewijzigde rechthoekige vensters. Iets lager aanbouwsel links van twee traveeën; zelfde muuropeningen.
Ten oosten, alleenstaande paardenstal (nok loodrecht op het boerenhuis) uit de 19de eeuw. Uilengat in zij puntgevels.
Ten noorden, haaks tegen stalvleugel: dwarsschuur onder overstekend zadeldak (nok parallel aan het boerenhuis, Vlaamse pannen) op houten modillons, met oude 18de-eeuwse (?) kern. Deels versteend stijl- en regelwerk met horizontale plankenbeschieting op bakstenen voeling. Rechthoekige schuurpoort onder luifel.
Ten oosten, alleenstaand 19de-eeuws bakhuis rechts van het boerenhuis. Ten zuiden, recentere loods.
- VIÉRIN J., Over de landelijke woning aan de Vlaamse kust. Kenteekens der Bouwwijze van de Streek, Brussel, 1921, fig. 33.