Klooster der Zwarte Zusters. Begin 16de eeuw, vestiging van het klooster alhier; vergroot in 1521 en 1523 respectievelijk door aankoop van verschillende huizen en stadsgrond zogenaamd "Ouden Zak". Tot circa 1688, toewijding aan verzorging van zieken, krankzinnigen en weeskinderen; sedert 1640, ook meisjesschool. 1724: wederopbouw van kloosterkapel. 1797: afschaffing van het klooster. 1815: zusters opnieuw verenigd. 1823: oude kloostergebouwen opnieuw betrokken. Thans, toewijding aan bejaardenverzorging, zie nieuwe bouw van zogenaamd "Tehuis Maria Troost. aan Daniël De Haenelaan-zijde (nummer 1).
Herstelde kloosterkapel van 1724 ten zuiden van en aanleunend bij wederopgebouwd klooster naar ontwerp van architect H. Lepoudre (Veurne) van 1921, zie jaarankers in straatgevel; tuinmuren links en rechts aan straatzijde.
Kloostergebouw op rechthoekig grondplan rondom kloosterpand uitziend op binnenkoertje. Baksteenbouw; straatgevel met natuurstenen sokkel. Twee bouwlagen onder zadeldaken (mechanische pannen), behalve kloosterpand van één bouwlaag
Straatgevels: linker lijstgevel via knik overgaand in trapgevel van haakse noordelijke zijvleugel. Imitatieve variante op de regionale Vlaamse-renaissance-architectuur, zie ontleende patronen: rechthoekige muuropeningen verdiept in geprofileerde korfboogomlijsting op afzaat, gootlijst op kraagstenen, dakvensters met inzwenkende belijning, top-, schouder- en haakse vleugelstukken, geprofileerde schoorstenen met pilastertjes. Houtwerk aansluitend bij traditonele kozijnconstructie zie houten kruiskozijnen met kleine roedeverdeling op de bovenverdieping. Andere vleugels en kloosterpand in aansluitende bouwtrant.
Kapel. Eenbeukig gebouw van vier traveeën met rechte sluiting. Baksteenbouw. Zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien) met achtzijdig, opengewerkt lantaarntorentje.
Straatzijde. Tuitgevel met muurvlechtingen; jaarstenen 1724. Hardstenen sokkel verrijkt met voluten links en rechts van de deur. Korfboogdeur in geblokte en geprofileerde omlijsting tussen geblokte pilasters; gebogen druiplijst met gestrekte uiteinden en pseudo-siervazen van natuursteen (jaren 1920). Erboven, drie beeldnissen (van links naar rechts: Heilige Augustinus, Heilig Hart, Heilige Monica) ingeschreven in geblokte rondboogomlijsting met imposten, kwartholbeloop en afzaat (jaren 1920). Oculus in de geveltop.
Zuidelijke gevel: geprofileerde bakstenen kroonlijst, getoogde vensters in vlakke omlijsting met oren. Westelijke tuitgevel met muurvlechtingen.
Witbepleisterd kapelinterieur met tongewelf. Mobilair: kapel: 17de-eeuws (?)-schilderij "De doornkroning van Christus"; altaar met 18de-eeuws tabernakel.
- Stadsarchief Veurne, nieuw archief, bundel B71-150, nummer 93.
- DE POTTER F., RONSE E., BORRE P., Geschiedenis der stad en kastelnij van Veurne, Gent, 1873-1875, II, p. 83-89.