Landelijk zaalkerkje met stervormig gekasseid voorpleintje, aan bocht van Pastoor Henri Scherpereelstraat; omringend kerkhof, ten westen afgezet met bakstenen muurtje voorzien van ezelsrug en steunberen (1923); ten zuidoosten en noorden door middel van haag en kastanjelaars.
Voor 't eerst vermeld in 1135 als kapel, datzelfde jaar tot parochiekerk verheven; 1690: aanbouw van twee zijbeuken en wederopbouw van toren; nieuw portaal in 1735; restauratie in 1923 naar ontwerp van architect J. De Bondt (Gent) met oprichting van kerkhofmuur en sacristie; 1978: herstel van toren door stad Veurne; aanpassing van dak van sacristie naar ontwerp van architect B. Hendryckx (De Panne) van 1979; nieuwe restauratie voorzien.
Naar het noordoosten gericht, verankerd gebouw van gele baksteen op afgeschuinde sokkel; leien bedakingen.
De plattegrond ontvouwt een deels ingebouwde, centrale westtoren, een eenbeukig schip van drie traveeën onder gezamenlijk zadeldak, een lager transept van één travee met rechte sluiting en een koor met twee rechte traveeën en een driezijdige sluiting onder lager zadeldak. Ten zuidoosten aanpalende sacristie.
Vierkante westtoren van drie, ongelijke geledingen, onder gebogen tentdak. Tudorboogpoort in soortgelijke, geprofileerde omlijsting uitlopend op ezelsoor. Markerend kordon. Ter hoogte van tweede geleding: ronde oculus met ingeschreven oculi. Sporen van tudorboog rondom laatst genoemde. Lichtgleuf. Hoeksteunbeer met versnijding tegen noord- en zuidgevel. Gekoppelde galmgaten in tudorboogomlijstingen op doorlopende afzaat bovenaan. Aflijnend kordon en overkragend rondboogfries.
Flankerende, gehalveerde zijpuntgevels (westen), voorzien van aandak, muurvlechtingen en spitsbogig tweelicht met afzaat en druiplijst.
Sporen van wijzigingen en bouwnaad in eerste zuidelijke travee van schip. Korfboogvenster op afzaat (tweelicht) ter hoogte van tweede travee. Steunberen tegen noordgevel. Ingemetselde grafsteen (1703) in zuidgevel.
Transeptarmen eindigend op puntgevel met aandak, muurvlechtingen en geprofileerd spitsboogvenster op afzaat (tweelicht). Zuidelijke transeptsluiting voorzien van hoeksteunberen met versnijdingen; voorts sporen van hartvormige metselaarstekens weerszijden het venster, en gevelsteen met jaartal 1690 in de top. Overhuifde gekruisigde Christus tegen westgevel van zuidelijk transept.
Koorpartij gemarkeerd door steunberen met versnijdingen en geprofileerde spitsboogvensters (tweelichten, laat-gotisch maaswerk) met druiplijst en afzaat. Beide eerste traveeën blind. Geprofileerd tudorboogvenster op afzaat (blind) onder soortgelijke druiplijst op imposten, in centrale koortravee.
Sacristie in neostijl, zie steunberen met versnijdingen en rechthoekige vensters in tudorboogomlijsting op afzaat.
Zaalkerkje onder houten spitstongewelf, waarbij de balkkoppen rusten op natuurstenen hoofden, de vroegere kerkmeesters uitbeeldend. Spitsbogige triomfboog op bakstenen muurpijlers, waarboven jaartal 1690 kant schip, 1923, kant koor.
Mobilair: Portiekaltaar, toegewijd aan Heilige Audomarus, geschilderd hout, 17de eeuw, in koor; preekstoel met 17de-eeuwse kuip; 18de-eeuws orgel; grafsteen met afbeelding van twee afgestorvenen, begin 17de eeuw, in eerste noordelijke travee van schip; arduinen wijwatervat.
- AMEEUW J. 1970: Het kerkje van Booitshoeke, De Gidsenkring VIII.2, 24-27.
- DEVOS-STOCKMAN A., ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H. 1975: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie West-Vlaanderen. Kanton Veurne, Brussel, 48.