is aangeduid als beschermd monument Fort van Walem
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Fort van Walem
Deze vaststelling is geldig sinds
Oudste fort van de buitenste fortengordel rond Antwerpen (samen met het fort van Lier), gebouwd in de periode 1878-1893, in baksteen en beton. Boven op het hoofdfront herinnert het oorlogsmonument aan de slachtoffers die hier begin oktober 1914 vielen.
In 1878 besloot de Belgische regering een nieuwe reeks forten te bouwen, op 16 km van Antwerpen. Het was het begin van de buitenste fortengordel van de vesting Antwerpen. Er bestond al een fortengordel, maar die lag op maximaal 6,5 km van de stad en door het toenemende schietbereik van de artillerie was dat niet ver genoeg meer. De keuze voor de locatie van de nieuwe forten viel op de Rupel-Netelinie, omdat de verdediging daar met inundaties langs de riviervalleien kon worden ondersteund. West van het fort van Walem lag de Dijle en het overstromingsgebied Heindonk. Samen met het fort van Lier vormde het fort van Walem een bruggenhoofd over de Nete. Dit is een versterking langs een hindernis zoals een rivier of een spoorweg. Door een gebrek aan kredieten bleef het in 1878 bij de bouw van maar twee forten (Walem en Lier). Vanaf 1883 versterkten de forten van Steendorp, Duffel, Kapellen, Schoten en de (gesloopte) schans van Berendrecht de buitenste fortengordel.
Het fort van Walem is representatief voor een hybride fort: een bakstenen fort met hoge wallen en een langgerekte centrale kazerne op de binnenplaats (grondplan zie Gils 1997, 64). Van dit type bestaan nog vier andere forten in de binnenste én de buitenste fortengordel. Het is dus eerder zeldzaam. Andere qua grondplan (min of meer) vergelijkbare forten zijn het fort van Lier, Kruibeke, en Zwijndrecht. Het fort is op het zuidoosten georiënteerd. Daar ligt de aanvalszijde. De bevriende kant (keel) ligt in de richting van Antwerpen. Het oorspronkelijke complex uit 1878-1883 bestaat uit een:
Bijzonder aan het fort van Walem (en Lier) is dat het nog tijdens zijn bouw al werd aangepast naar een pantserfort: getuigen daarvan zijn de betonnen pantserkoepels op de wallen uit 1890-91. Alle gebouwen bevonden zich oorspronkelijk onder de wallen of waren aangeaard om het impact van inslaande projectielen op te vangen. Oorspronkelijk dienden de wallen voor de opstelling van het geschut. Van daaruit vuurden de kanonnen op de omgeving. Het materieel stond dus open opgesteld. Alleen de holtraversen, aarden traversen en de borstwering boden beschutting. Maar dat veranderde tijdens twee moderniseringen.
Tijdens het interbellum vormde het leger het fort tot een infanteriesteunpunt om, zoals blijkt uit de bouw van de zes bunkers en de loopgraven. Voor de bouw van de bunkers ontmantelde het leger de geschutkoepels op de hoekpunten van het fort. Ze verwijderden de koepels zodat er plaats vrijkwam voor bunkers uit gewapend beton van het type “abri tourelle” en “abri élémentaire” (1934-1936). In die periode gebruikte het leger het fort van Walem ook voor de opslag van gasmaskers en munitie. Een stukje van het fort stond het af voor de aanleg van de steenweg Brussel-Antwerpen in 1932. Daardoor is de linker bovenhoek van de vestinggracht nu gedeeltelijk gedempt.
Wie het fort van Walem vergelijkt met de oudste forten uit de binnenste fortengordel (1860-64) en de laatste forten uit de buitenste fortengordel (1906-14), merkt kenmerken van beide op. Het is duidelijk een fort uit de overgangsfase tussen de traditionele bakstenen forten van de binnenste fortengordel en de betonnen pantserforten uit de buitenste fortengordel:
Het fort van Walem kreeg het tijdens de Duitse invasie in 1914 stevig te verduren. Omdat de Duitse troepen vanuit Leuven en Vilvoorde oprukten, kwamen alle forten in de zuidoostelijke zone van de fortengordel rond Antwerpen in het vizier van de zware Duitse kanonnen te liggen. Ook het fort van Walem werd een doelwit. Vijf dagen lagen het onder het vernietigende beschieting van de “dikke Bertha’s”. Inslaande projectielen doorboorden de gewelven en sloegen soms hele stukken van een gebouw weg. Op 1 oktober 1914 trof een bom de kruitkamer van het hoofdfrontgebouw en maakte vele slachtoffers onder de manschappen die net in de nabijgelegen rondgang beschutting hadden gezocht. Ze verbrandden levend of stikten door de druk en hitte van de explosie. Onder de 100 slachtoffers telde men 40 doden. Ze worden vandaag nog herdacht door een oorlogsmonument bij de plek van het onheil.
Het gedenkteken staat boven op de betonnen holtraverse van het hoofdfront. Het vormt een 16m hoge toren van blauw gewapend beton, bekroond door een kruis dat aan vier zijden gedragen wordt door rechtopstaande reusachtige zwaarden. Het ontwerp naar de Brusselse bouwmeester J. Diongre vertoont gelijkenis met de eerste IJzertoren van 1928-30, naar ontwerp van R. en F. Van Averbeke. Op 5 oktober 1930 huldigde men het oorlogsmonument in. Omdat niet alle lichamen konden worden geborgen, erkent het War Heritage Institute sinds 2018 het fort van Walem omwille van zijn oorlogsgraven. Zeven houten kruisjes herdenken de onder het puin gebleven doden.
In 1947 demilitariseerde de overheid het fort van Walem, samen met de andere versterkingen uit de vesting Antwerpen. Tussen 1953 en 1992 opereerde de civiele bescherming vanuit het fort. Het bouwde een loods bij het hoofdfront en paste de circulatie voor grote voertuigen op het fort aan. Jarenlang stond het leeg, afgezien van een korte tussenperiode waarin het fort voor de noodopvang van asielzoekers diende. Mechelen kocht het fort in 2006 van de federale overheid, om het vervolgens aan Natuurpunt door te verkopen (2009). Het fort van Lier is een overwinteringsplaats voor vleermuizen. Het behoort tot de Speciale Beschermingszone (habitatrichtlijngebied) voor vleermuizen.
Het fort van Walem heeft een grote historische waarde. Als relict van de vesting Antwerpen getuigt het van het militaire verleden van het land, in het bijzonder van de periode toen Antwerpen de rol van nationaal reduit in het Belgische defensiebeleid vervulde (1851-1947). De Eerste Wereldoorlog heeft er zijn sporen nagelaten. Indrukwekkend zijn de vernietigingen aan de kazerne en het hoofdfrontgebouw, die getuigen van het oorlogsgeweld in oktober 1914. Het oorlogsmonument herinnert aan de gesneuvelden. Het oorspronkelijke grondplan van 1878 is nog goed herkenbaar in de huidige opbouw van het fort van Walem. Het is representatief voor een fort uit de overgangsfase tussen de traditionele bakstenen forten en de betonnen pantserforten. De aanpassingen van eind 19de-begin 20ste eeuw, met o.a. de introductie van betonnen geschutkoepels, getuigen dan weer van de historische gelaagdheid van het fort. Interessant zijn ook de bunkers uit het interbellum. Ze tonen aan dat het fort in het interbellum tot infanteriepunt is omgebouwd. Het is één van de weinig forten waar deze bunkers zo goed bewaard zijn gebleven.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Koning Albertstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Fort van Walem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/1696 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.