Het neoclassicistisch herenhuis dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw.
De woning is momenteel in gebruik als administratief gebouw voor het Sint-Martensinstituut (net zoals het aanpalende herenhuis), waarvan de schoollokalen achterin gesitueerd zijn.
Het enkelhuis van twee en een halve verdieping en een kelderverdieping telt vijf traveeën onder een licht hellend zadeldak. Het gebouw dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw (mogelijk circa 1880) en is opgetrokken in neoclassicistische stijl.
De gecementeerde - oorspronkelijk bepleisterde - lijstgevel op arduinen plint wordt bekroond door een houten kroonlijst en tandlijst op klossen. De steekboogvensters in arduinen geprofileerde omlijsting met oren worden gekenmerkt door het gebruik van ingekaste vensters met buitenluiken op de gelijkvloerse verdieping. De vensteropeningen bevinden zich op cordonvormende onderdorpels. De bel-etage is centraal voorzien van drie deurvensters voorafgegaan door een rechthoekig arduinen balkon op consoles en met een gietijzeren hekken. De rechthoekige mezzaninevensters zijn verlevendigd met ingezwenkte hoeken en een natuurstenen profilering. De steekboogvormige deur met bovenlicht en steektrap is voorzien van dezelfde omlijsting als de vensters. De huidige vleugeldeur moet gedateerd worden rond 1930-1940.
Interieur: bewaarde indeling en decoratie zoals vloeren, schouwen, plafonds. Via een klein eenvoudige sas is de hoger gelegen imposante inkomhal in neoclassicistische stijl (evenwijdig gelegen met de straat) te bereiken. Het bepleisterd en geprofileerd plafond met klossen en bladwerk is in vakken onderverdeeld door moerbalken. Er zijn geprofileerde pilasters met ionische kapitelen aanwezig en de muren zijn verder voorzien van eenvoudig rechthoekig paneelwerk. Aan de korte zijde - bij de toegang - bevindt zich een ondiepe gedrukte rondboogvormige nis waarin een classicistisch vrouwenbeeld (mogelijk Diana, doch alle attributen ontbreken) staat. Een prachtige mozaïekvloer is voorzien van het monogram GN-VD. Een sierlijke houten trap (tegenover de toegang) met gietijzeren balusters en neoclassicistische houten trappaal geeft toegang tot een bordes verlicht door een rondboogvormig glasraam. Het glas-in-loodraam met een hoofdzakelijk bruin-gele beschildering toont op Italië geïnspireerde neorenaissance motieven namelijk rankwerk eindigend op vogels, medaillons en een centrale fruitkorf geflankeerd door vogels. Deze inkomhal en trap zijn het meest imposante gedeelte van het gebouw.
Een kamer op de gelijkvloerse verdieping is voorzien van een lambrisering met paneelwerk, wanden met paneelwerk en een geprofileerd plafond. In een aantal kamers zijn sierlijke witmarmeren schouwen en prachtig geprofileerde plafonds waarbij tussen het rankwerk dieren verwerkt zijn, bewaard. Op de verdieping worden eenvoudige plafonds en eenvoudige vlakke marmeren schouwen aangetroffen.