Teksten van Kasteel Beauvoorde met omwalling

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/17083

Kasteel Beauvoorde (Wulveringem - WOI) ()

Locatie

Het kasteel van Beauvoorde is gelegen langs de Wulveringemstraat nummer 10, vlakbij de kerk van Wulveringem. Vlakbij bevindt zich de voormalige gemeenteschool, met voormalig cachot.

Historische achtergrond

Het kasteel van Beauvoorde ontstond wellicht in de 12de eeuw. In zijn huidige vorm dateert het van 1617. Het werd toen herbouwd door hoogbaljuw Jacob de Bryarde, een telg uit een invloedrijke familie in de streek. Hiervoor nam hij Sylvian Boullain onder de arm, de architect van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Samen met de kerk vormde het kasteel de kern van het vroeg-middeleeuwse dorp Wulveringem. De familie de Bryarde bleef eigenaar tot 1838, nadien raakte het kasteel in verval.

In 1875 werd het vervallen 17de-eeuwse kasteel gekocht door de 22-jarige Jonkheer Arthur Merghelynck uit Ieper. Hij liet het restaureren door architect J. Vinck, legde een sfeervol, Frans-Engels kasteelpark aan en ook in het interieur wilde hij met zijn unieke collectie meubelen en kunstvoorwerpen een 17de-eeuwse sfeer heroproepen. Merghelynck was burgemeester van Wulveringem tot 1903. Hij overleed in 1908. Zijn weduwe Julienne Flyps bleef er wonen tot haar dood in 1941.

In 1902 had Merghelynck, die kinderloos bleef, het kasteel en het park geschonken aan de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Sinds 1998 beheert Erfgoed Vlaanderen het kasteel en stelt het open voor het publiek.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog had het kasteel een belangrijke functie. Op 2 december 1914 vestigde de 'état major' van de 6de Legerdivisie zich op het kasteel Merghelynck. Op 8 december besloot men uit veiligheidsoverwegingen de kunstschatten naar Frankrijk over te brengen. Op 18 maart 1918 verliet het Ministerie van Oorlog het kasteel Bernier te Veurne ten gevolge van zware beschietingen en vestigde zich op het kasteel Merghelynck te Wulveringem. Koning Albert kwam er dan ook meermaals op bezoek. In april 1918 werd Beauvoorde hevig door vijandelijk vuur bestookt.

Luitenant-generaal de Ceuninck, voormalige bevelhebber van de 6de Legerdivisie, was tussen 4 augustus 1917 en 21 november 1918 minister van oorlog.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het domein bezet door de Duitse militairen. Er werd een post van het Rode Kruis ondergebracht.

Het kasteel en de onmiddellijke omgeving werden in 1987 respectievelijk als monument en als dorpsgezicht beschermd.

Beschrijving

Omwald kasteel in regionale Vlaamse-renaissancestijl midden omwalde beboste tuin.

  • AMEEUW J. 2002-2004: Beauvoorde tijdens de Eerste Wereldoorlog, in: De Beauvoordse Dorpsgazette herfst 6 afleveringen.
  • DEN BAES, Johan (eindred.) 2004: Momenten van Oorlog in Vredestijd. Een tocht langs Oorlogserfgoed in Veurne-Ambacht, V.V.V. s Alveringem, Lo-Reninge, Veurne, Veurne-Ambacht, Koksijde.
  • S.N. 2005: Kasteel Beauvoorde, een wereld vol nostalgie, folder, Erfgoed Vlaanderen.
  • http://www.ars-moriendi.be/DE_CEUNINCK.HTM (geraadpleegd op 9 mei 2005).
  • Kasteel Beauvoorde http://ww.kasteel.beauvoorde.be (geraadpleegd op 9 mei 2005).
  • Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed, Inventaris Bouwkundig Erfgoed, [online] http://www.monument.vlaanderen.be/vioe/nl/index.html

Bron: WOI Relict (1593): Kasteel Beauvoorde (Wulveringem - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Kasteel Beauvoorde met omwalling [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196111 (geraadpleegd op ).


Kasteel Beauvoorde met omwalling ()

Kasteel Beauvoorde Ingeplant midden het dorp, ten noorden van de kerk. Omwald kasteel in regionale Vlaamse-renaissancestijl midden op zijn beurt beboste kasteelpark. Twee toegangshekken aan straatzijde. Gekasseide toegangsdreef. Ten zuidwesten, voormalige tuinierswoning en koetsgebouw, uit het vierde kwart van de 19de eeuw.

Jan de Valuwe, eerste gekende bezitter van de burcht (1408); verkreeg zijn leenheerrechten van Jan zonder Vrees. Volgende eigenaars respectievelijk de Crucemeet, de Crane en Pieter van de Bampoele. Laatst genoemde was keurheer, schepen en landhouder van de stad en kasselrij Veurne. Zijn dochter Margareta van de Bampoele huwde in 1573 met Antoon de Briarde, heer van Beauvoorde te Watou, zie benaming van kasteel en van fusiegemeente van 1970 (Beauvoorde: Wulveringem-Vinkem). 1550- 1838: kasteel eigendom van de de Briardes. 1838-1875: drie verschillende eigenaars (landbouwers en brouwer). 1875-1908: eigendom van ridder Arthur Merghelynck (overleden in 1908). Vervolgens bij testament van laatst genoemde geschonken aan het Rijk ten voordele van de Koninklijke Academie voor Taal en Letteren.

Kasteel in regionale Vlaamse-renaissancestijl uit het eerste kwart van de 17de eeuw; volgens kroniekschrijver P. Heinderycx (1633- 1683), wederopbouw van het kasteel circa 1616 behalve enkele oude muurgedeelten, door Jacob de Briarde, hoogbaljuw van Veurne-Ambacht van 1623 tot 1643. Eind 19de eeuw, grondige herstellingswerken door A. Merghelynck waarbij ook verdwenen gedeelten imitatief heropgebouwd werden, namelijk oostelijk gedeelte van noordvleugel, Oostelijke zijtrapgevel van zuidvleugel en gedeeltelijke reconstructie van kruiskozijnen; voorts, neogotische kapel naar ontwerp van architect J. Vinck (Veurne).

Bakstenen toegangsbrug uitlopend op kleine, gekasseide en ommuurde koer in oksel van noord- met zuidvleugel; korfboogdeur, schietgaten en kantelen (vierde kwart van de 19de eeuw)

Kasteelplattegrond. Tweedelige zuidvleugel (1, 2); westelijk gedeelte (1) van 1591 en vermoedelijk gelijktijdig oostelijk gedeelte (2) echter met heropgebouwde bovenverdieping uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Centrale gang (3) naar vierzijdige traptoren (4) op dakhoogte overgaand in acht. Licht achteruitspringende tweedelige noordvleugel (5, 6); westelijk gedeelte (5) van 1717 en deels op oude funderingen heropgebouwd oostelijk gedeelte (6) uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Aanleunende kapel (7) uit het vierde kwart van de 19de eeuw, ten noorden.

Verankerde baksteenbouw met gebruik van natuursteen voor kruis- en bolkozijnen. Licht gebogen en kort overstekende zadeldaken (leien) gedomineerd door huistoren. Geprofileerde schoorstenen onder meer met pilastertjes. Zuidvleugel (1, 2) van drie bouwlagen. Twee zuidelijke trapgevels naar de straat gericht; oudere westelijke trapgevel (één travee) met muurankers 1591 (?) zie jaartal 1591 op balkslof uit het vierde kwart van de 19de eeuw binnenin, en twee lage steunberen. Bouwnaad tussen de twee trapgevels verwijzend naar de wederopbouw van bovenverdieping in het vierde kwart van de 19de eeuw en zuidelijke trapgeveltop van het oostelijk gedeelte van de zuidvleugel. Kruiskozijnen met ontlastingsboogjes; twee bolkozijnen beneden. Geveltoppen verfraaid met aedicula-kruisvenster voorzien van schelpvulling; typisch vensterschema uit het vierde kwart van de 16de eeuw - eerste kwart van de 17de eeuw voor de Westhoek, zie onder meer Veurne.

Westgevel van één travee verhoogd met getrapt dakvenster; sporen van wijzigingen rechts. Noordelijke zijpuntgevel met aandak en muurvlechtingen; rondboogvenster met sluitsteen en imposten op de bovenverdieping. Ten noorden van zuidvleugel, één travee brede gang (3) deels onder laag aanleunend lessenaarsdak ten westen. Toegangsdeur aan koerzijde. Noordelijk aandak met top- en schouderstuk; muurvlechtingen.

Achtzijdige huistoren ten oosten (4) op vierzijdige onderbouw tussen zuid- en noordvleugel. Uitkijk gemarkeerd door rondboogvensters met imposten, sluitsteen en doorlopende lekdrempel. Geprofileerde bakstenen kroonlijst. Ingesnoerde spits (leien). Noordvleugel (5, 6) van twee bouwlagen. Westelijk gedeelte (5) van 1617 volgens cartouche in westgevel van drie traveeën. Kruiskozijnen, uitgezonderd rondboogvenster met imposten en sluitsteen rechts op de bovenverdieping. Twee getrapte dakvensters. Noordelijke zijtrapgevel met kruiskozijnen.

Haaks oostelijk gedeelte (6) als imitatief aanhangsel uit het tweede kwart van de 19de eeuw; oude funderingen uitgezonderd oostelijke trapgevel (twee traveeën) met nieuwe muurankers 1607, en middenmuur binnenin. Oostelijke geveltop: kruiskozijn verdiept in rondboogomlijsting met schelpvulling.

Ten noorden van noordvleugel. aanleunende neogotische kapel (7) naar ontwerp van architect J. Vinck (Veurne), uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Een beuk van twee traveeën met driezijdige koorsluiting. Getoogde deur (ten oosten) verdiept in spitsboogomlijsting met rondboognisje in het boogveld en druiplijst. Spitsboogvensters. Ten westen kleine rechthoekige sacristie onder aanleunend lessenaarsdak (leien); westelijk aandak met top- en schouderstuk; muurvlechtingen.

Interieur. Ingang: houten reliëf met jaartal 1618, ingewerkt in nieuw plafond. Begin van de gang: stenen trap met twee paarsgewijze geplaatste zuilen van hardsteen ter ondersteuning van het trapgewelf, van circa 1590. Westelijk gedeelte van noordvleugel: monumentale schouw in de zogenaamde "Ridderzaal" en in de zogenaamd "Bourgondische zaal", respectievelijk 1617 en 1618 gedateerd; schouw van 1617 met wapen van de Briarde op deksteen. Overig mobilair aangekocht door A. Merghelynck en getuigend van zijn verzamelwoede onder meer barokke lambrizering in de zogenaamde "Ridderzaal" afkomstig uit de kerk van de Sint-Pietersabdij te Oudenburg. Ten zuidwesten, laag koetshuis onder zadeldak (Vlaamse pannen) met overstekende dakrand op houten modillons, uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Sluit aan bij de traditionele baksteenarchitectuur van de streek uit de 17de-18de eeuw, uitgezonderd de eerder zeldzaam voorkomende kruiskozijnen van natuursteen voor dit type van gebouw. Drie centrale korfboogpoorten met neuten en imposten. Drie dakvensters met inzwenkende belijning, top- en schouderstukken. Zijtuitgevels met aandak en muurvlechtingen.

  • Artikel L. DEVLIEGHER in Burchten en hoevekastelen o.l.v. L.F. GENICOT, in Het groot kastelenboek van België, I, Brussel, 1976, p. 49-51).
  • DEVLIEGHER L., Beeld van het kunstbezit, in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 1, Tielt-Den Haag, 1965, p. 108.
  • MERGHELYNCK A., Le fief-manoir dit "le château de Beauvoorde" à Wulveringhem (1508-1900), 2 dln., Brugge, (1900-1901).
  • MULS J., Jhr. A. Merghelynck en het kasteel Beauvoorde te Wulveringem, Brussel, (1953).

Bron: DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8n, Brussel - Gent.
Auteurs:  Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Lion M. 1982: Kasteel Beauvoorde met omwalling [online], https://id.erfgoed.net/teksten/17083 (geraadpleegd op ).