Teksten van Kasteeldomein Hof ter Saksen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/17111

Kasteeldomein Hof ter Saksen ()

Het Hof ter Saksen bevindt zich op een uitgestrekt domein ten zuidwesten van het centrum van Beveren. Het domein bestaat uit een park van circa 10 hectare met het kasteel, de oranjerie en voormalige hoeve en als onmiddellijke bufferzone circa 25 hectare landbouwgrond. Monumentale beukendreven in noord-zuidelijke en oost-westelijke richting lopen uit op de kern van het goed.

Historiek

De oudste vermeldingen van het domein klimmen op tot vroeg in de middeleeuwen, met als naam "het Schaak", later verbasterd tot "het goed Schaeckx", "Saeckx", heden "Saksen". Het goed had oorspronkelijk een dubbele bestemming: het vormde een landbouwuitbating en een onderkomen of herberg voor reizigers tussen Antwerpen en Gent. De oudst bekende eigenares is vrouwe Margareta Noethaeckx. Nadien (15de eeuw) komt het in het bezit van de familie Vijdt: in 1447 schenkt Jan Vijdt het aan zijn zoon Adriaan ter gelegenheid van zijn huwelijk met Jozijne van de Voorde. In 1590 wordt Gillis van Wolfswinkel als eigenaar genoemd. Met de komst van Alexander Farnese in het Land van Waas wordt Gregorie del Plano, superintendant en dijkgraafgeneraal, er eigenaar van. Het kasteel blijft vier generaties in hun bezit, tot 1660 wanneer Francisco del Plano het verkoopt aan Pieter-Frans Piers. Jan-Baptist Versmessen verwerft het in 1781 en laat het oude gebouw afbreken en vervangen door het huidige kasteel.

De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft het gebouw weer binnen een omgrachting, bereikbaar via een brug. Op het omgrachte neerhof bevinden zich enkele losstaande gebouwen. Omhaagde landbouwgronden omgeven het hof. Het "Château Hof ter Saxen" wordt op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) en op de Popp-kaart (1842-1879) afgebeeld binnen een rechthoekige omgrachting die aansluit op een grotere omgrachting.

Beschrijving

Het kasteel (nummer 1) ligt op een rechthoekig eiland omgeven door een walgracht en is bereikbaar langs een stenen brug aan de oostzijde. De oprit wordt geflankeerd door arduinen bollen (schamppalen) en aan beide zijden staan twee gietijzeren lantaarnpalen (vier in totaal).

Het kasteel is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met aan beide zijden een driehoekig middenrisaliet, boven de kroonlijst tot een toren uitgewerkt. De bepleisterde en geschilderde baksteenbouw heeft een arduinen plint, geprofileerde puilijst en een gelede architraaf, een vlakke fries en een gekorniste kroonlijst. Het afdekkend schilddak is voorzien van twee ronde schoorstenen van lood. Alle vensters en oculi waren voorzien van houten luiken. De hoofdgevels (oost en west) zijn identiek: ze tellen vijf traveeën en hebben een begane grond met rechthoekige vensters en dito nis; de bovenverdieping heeft per travee een rechthoekige nis waarin rechthoekige vensters staan met een classicistisch hoofdgestel met erboven een oculus met festoenen en vlakke sluitsteen. Het vooruitspringende middenrisaliet bezit op de begane grond rondbogige deurvensters in een geprofileerde omlijsting; de bovenverdieping is identiek aan de overige traveeën; boven de gekorniste kroonlijst bevindt zich een trommel (zes ovale oculi in rechthoekig spaarveld) met bekronende koepel, waarboven ten westen nog een lantaarntoren is aangebracht (zes rechthoekige vensters, koepeltje met vier uurwerkplaten). De noordgevel telt slechts drie traveeën en is identiek aan de oost- en westgevels, op de licht vooruitspringende middentravee bovenaan voorzien van oren en een rechthoekig balkon op de bovenverdieping na. De zuidgevel is uiterst sober gehouden: volledig vlak, met eenvoudige rechthoekige vensters en ronde oculi zonder enige versiering. Het interieur is volledig vernield op het moment van de bescherming (1980).

Voor het kasteel (aan de oostzijde) ligt een gekasseide erekoer met twee zijpaviljoenen: enerzijds de voormalige oranjerie ten noorden (nummer 3A-B) en anderzijds de vroegere hoeve (omgevormd tot woonhuis, nummer 2) ten zuiden ervan.

De woning bezit centraal een min of meer vierkante bouw van drie traveeën en één bouwlaag met boven de hoofdgevels een driehoekig fronton waarin een oculus met uurwerkplaat. Een rondbogige deurvensters met waaier bevindt zich in elke travee van de lijstgevel. Dit centraal gedeelte wordt geflankeerd door een lagere aanbouw waarin korfbogige koetspoorten afwisselen met rechthoekige vensters. Het volledige gebouw is bepleisterd en beschilderd.

De oranjerie is een rechthoekig, bakstenen gebouw van zeven traveeën met bepleisterde vensteromlijstingen en wordt afgedekt door een schilddak. Het middenrisaliet van drie traveeën bevat rondboogpoorten met waaiers en wordt bekroond door een driehoekig fronton met oculus en uurwerkplaat. De zijtraveeën van twee bouwlagen bezitten rechthoekige vensters in een geprofileerde stucomlijsting. De gevel wordt bekroond door een gelede architraaf, vlakke fries en een gekorniste kroonlijst.

De gebouwen bevinden zich in een deels omgracht landschappelijk park van iets maar dan 10 hectare groot, waarrond als directe bufferzone landbouwgronden (al dan niet beboste weiden) liggen. Een lokale beek voorziet de gracht van water. Het park rond het Hof ter Saksen vormt één van de weinige gesloten parkbossen van deze streek. Het omvat onder meer drie dreven van rode beuken (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’), verschillende eeuwenoude beuken, een treurbeuk, rododendronmassieven en uitheemse coniferen. Verschillende paden met brugjes over lopen doorheen het park. Het toegangshek geeft uit op een dreef van zilverlinden (Tilia tomentosa).

  • S.N. 1980, Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO000513, Hof ter Saksen.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7N1 (B-L), Brussel - Gent.
  • DE POTTER F. & BROECKAERT J. s.d.: Het kasteel ter Saksen te Beveren-Waas, Het Land van Beveren, heemkundig tijdschrift, 1957-heden, Beveren.
  • S.N. 1986: Hof ter Saksen, Onze gemeente, informatieblad van Beveren 20.3, Beveren.

Auteurs:  Demey, Anthony; Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Hof ter Saksen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173307 (geraadpleegd op ).


Hof ter Saksen ()

Uitgestrekt domein ten zuidwesten van het dorp gelegen en bestaande uit een prachtig park van circa 10 hectare met kasteel, oranjerie en voormalige boerderij en als onmiddellijke bufferzone circa 25 hectare landbouwgrond. Monumentale beukendreven in noord-zuidelijke en oost-westelijke richting lopen uit op de kern van het goed.

Oudste vermeldingen klimmen op tot vroeg in de middeleeuwen, met als naam "het Schaak", later verbasterd tot "het goed Schaeckx", "Saeckx", heden "Saksen". Oorspronkelijk dubbele bestemming: landbouwuitbating en onderkomen of herberg voor reizigers tussen Antwerpen en Gent. Oudst bekende eigenares: vrouwe Margareta Noethaeckx. Nadien (15de eeuw) in bezit van de familie Vijdt en tot in 1660 van de familie del Plano. Jan-Baptist Versmessen verwerft het in 1781 en laat het oude gebouw afbreken en vervangen door het huidige kasteel.

Kasteel gelegen op een rechthoekig eiland en bereikbaar langs een stenen brug aan de oostzijde, geflankeerd door arduinen bollen (schamppalen) en aan beide zijden twee gietijzeren lantaarnpalen.

Rechthoekige plattegrond met aan beide hoofdgevels (oost en west) een driezijdig middenrisaliet, boven de kroonlijst tot een toren uitgewerkt. Bepleisterde en geschilderde baksteenbouw op arduinen plint. Afdekkend schilddak voorzien van twee ronde schoorstenen van lood. Identieke voor- en achtergevel van vijf traveeën en twee bouwlagen. Begane grond met rechthoekige vensters in dito nis; bovenverdieping met per travee rechthoekige nis waarin rechthoekig venster met classicistisch hoofdgestel met erboven een oculus met festoenen en vlakke sluitsteen. Middenrisalieten met rondbogige deurvensters in geprofileerde omlijsting op de begane grond; bovenverdieping identiek aan de overige traveeën; boven de gekorniste kroonlijst een trommel (zes ovale oculi in rechthoekig spaarveld) met bekronende koepel, waarboven ten westen nog een lantaarntoren is aangebracht (zes rechthoekige vensters, koepeltje met vier uurwerkplaten). Noordgevel van drie traveeën, identiek aan oost- en westgevels, behalve de licht vooruitspringende middentravee bovenaan voorzien van oren en een rechthoekig balkon op de bovenverdieping. Zuidgevel uiterst sober gehouden: volledig vlak, met eenvoudige rechthoekige vensters en ronde oculi zonder enige versiering.

Interieur: volledig vernield.

Gekasseide erekoer voor het kasteel (oostzijde) met ten zuiden ervan de voormalige boerderij (heden woonhuis) en ten noorden de zogenaamde "oranjerie". Woonhuis met kern van drie traveeën en één bouwlaag met boven de hoofdgevels een driehoekig fronton waarin een oculus met uurwerkplaat. Bepleisterde en geschilderde lijstgevel met rondbogige deurvensters met waaier in elke travee. Aan beide zijden een lagere aanbouw waarin korfbogige koetspoorten afwisselen met rechthoekige vensters.

Zogenaamde "oranjerie". Bakstenen gebouw van zeven traveeën op rechthoekige plattegrond en afgedekt door een schilddak. Middenrisaliet van drie traveeën, gemarkeerd door bepleisterde lisenen. Grote rondboogpoorten met waaiers. Bekronend driehoekig fronton met oculus en uurwerkplaat. Zijtravee van twee bouwlagen met rechthoekige vensters in geprofileerde stucomlijsting. Gevelbekroning door middel van een gelede architraaf, vlakke fries en gekorniste kroonlijst.

  • DE POTTER F. & BROECKAERT J. s.d.: Het kasteel ter Saksen te Beveren-Waas, Het Land van Beveren, heemkundig tijdschrift, 1957-heden, Beveren.
  • N.K. s.d.: Het kasteel ter Saksen te Beveren-Waas, Oost-Vlaanderen 20.3, 45-46.

Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n1 (B-L), Brussel - Gent.
Auteurs:  Demey, Anthony
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Hof ter Saksen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/17111 (geraadpleegd op ).