Ruime, deels romaanse, deels gotische, deels neogotische pseudo-basiliek, waarvoor zich het marktplein uitstrekt.
Historiek
De driebeukige romaanse kruiskerk uit de 11de-12de eeuw van Doornikse kalksteen, werd voorzien van een achtzijdige vieringtoren van Lediaanse zandsteen, die in de eerste helft van de 13de eeuw verhoogd werd met één verdieping. In de loop van de 15de eeuw, of zelfs iets later, werd de romaanse kerk gesloopt en vervangen door een gotische, rond de behouden viering. In 1652-53 wordt het gewelf en het dak van de middenbeuk vernieuwd door Adriaen Colaes naar ontwerp van meestermetser Godefroid uit Oudenaarde, en verhoogt Francois Marishal alle vensters. In 1659 wordt de triomfboog naar het hoogkoor verhoogd. De overige bogen en deze van de benedenkerk volgen in 1752-53, onder leiding van ingenieur de Mayer. Bouw van de zuidelijke sacristie in 1754 naar ontwerp van bouwmeester Bernardus de Wilde. In 1786 legde men een marmeren vloer in het koor, afkomstig van het voormalig Wilhelmietenklooster. Toevoeging van een vierde en vijfde zijbeuk in 1839-40 naar ontwerp van architect Johan Beeckman (Dendermonde). Nieuwe vloer in de benedenkerk: 1862, naar ontwerp van architect Beck (Antwerpen). Uiteindelijk wordt in 1888 een nieuwe voorgevel gebouwd naar ontwerp van architect Jules Goethals (Aalst).
Beschrijving
Vijfbeukige transeptloze kerk met achtzijdige vieringtoren en polygonaal koor. Rechthoekige bergplaats in de noordoostelijke oksel, dito sacristie in de zuidoostelijke oksel.
Pseudobasilicale opstand, geheel bekleed met gekantrechte zandsteen. Westgevel der drie middelste beuken afgewerkt met puntgevels (de middelste geflankeerd door slanke torentjes met fiaalbekroning). Markerende steunberen. Spitsboogportaal met geprofileerde dagkanten; ruime spitsboogvensters met ingewikkeld vierlicht traceerwerk in de vensterkop. Driehoekige oculi in de geveltoppen. Uiterste beuken van vijf traveeën waarvan de eerste gemarkeerd is door een puntgevel en haaks zadeldak. Ruime spitsboogvensters. Steunberen met drie versnijdingen en bekronend schilddakje. Boven de laatste travee van de middenbeuk achtzijdige vieringtoren onder zware, ingesnoerde naaldspits. Onderste geleding (12de eeuw) met gedichte rondbogige galmgaten met behouden middenzuiltje onder de daken van middenbeuk en koor. Tweede geleding (13de eeuw) met rondbogige galmgaten in rechthoekig spaarveld met rondboogfries op versierde en gehistorieerde consoles. Elk galmgat bezit twee spitsbogige openingen, rustend op zuiltjes met krulkapiteel. Afgeronde kraagstenen onder de zware houten kroonlijst met gebeeldhouwde maskerkopmodillons. Koor van twee traveeën en vijfzijdige sluiting, evenals de benedenkerk met markerende steunberen en grote spitsboogramen. Rechthoekige sacristie onder schilddak. Verankerde zandstenen constructie met drie getraliede rechthoekige vensters in arduinen omlijsting.
Interieur
Interieur afgedekt door bakstenen, bepleisterde kruisribgewelven. Rondzuilen met achtkantige sokkel en classicistisch lijstkapiteel. Spitse scheibogen. Zware vierkante torenpijlers met korfbogige arcaden naar middenbeuk en koor, spitsbogig naar de zijbeuken. Het kruisribgewelf rust op gehistorieerde kraagstenen. Het analoog koorgewelf rust op diensten met gebloemd kapiteel. Muurfragmenten van Doornikse kalksteen, overblijfselen van de oudste kerk zijn onder meer te zien op de oostwand van de noordelijke transeptarm en de noordzijde van het koor.
Mobilair
Schilderijen: "Marteldood van Sint-Sebastiaan" (copie naar G. De Crayer); "Kruisafneming" (hoogaltaar, 1679, J.B. Herregouts).
Beelden: "Heiligen Augustinus en Ambrosius" (18de eeuw, A. Nijs); "Sint-Martinus van Tours" (18de eeuw); "Kruisbeeld" (1781, Ph. Nijs).
Meubilair: preekstoel (1621); koorbanken (1658, Ph. Talboom); hoogaltaar (1661-1668, Lucas Fayd'herbe); communiebank (1685, J.B. de Wree); biechtstoel (E. Nijs en 1770, E. en J. De Canwer); koorlambrisering (1786, Th. Sachman).
Koperen grafplaat Adolf van Boergondië.
- PYPERS R., Geschiedkundige schetsen uit Beveren-Waes, Beveren, 1911.
- VAN DRIESSCHE R., De parochiale Ste Beveren-Waas, in Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, 55/1, 1947, p. 57-66.
- WEEMAES R., De Sint-Martinuskerk in het Land van Beveren, Beveren, 1979.