School, voormalig klooster, en eertijds kostschool. Bakstenen gebouw van driemaal drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen) tussen aandaken met muurvlechtingen en schouderstukken; in het eerste kwart van de 20ste eeuw te dateren. Verankerde lijstgevel beëindigd op een dubbele overhoekse muizentand. Rechthoekige vrij grote vensters, drie aan drie gekoppeld en ontlast door een doorlopende I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten, op de benedenverdieping onder ontlastingsboog. Rechts aanbouw van zeven traveeën en één bouwlaag in analoge stijl (zie vensters) doch met lisenen).
Links iets lagere aanbouw van vijf traveeën en twee bouwlagen, blijkbaar ouder en architectonisch eerder aansluitend bij nummer 4. Bakstenen lijstgevel gemarkeerd door bepleisterde en witgeschilderde banden. Steekboogvensters op de gelijkvloerse verdieping, rondbogig op de bovenverdieping, gevat in omlijsting van platte banden. Krulankers, panelen met verweerde opschriften op de borstwering en imitatiesteigergaten onder eenvoudige daklijst. Zelfde gevelbehandeling voor de zijgevel waarvan één travee zichtbaar is door de wijkende aanbouw.
Nummer 4: eveneens baksteenbouw; eertijds vier, heden zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien), met zeskantige houten dakruiter, daterend uit het tweede tot derde kwart van de 19de eeuw. Ankers in de vorm van ovale medaillons. Rechthoekige vensters onder strek op de benedenverdieping, rondboogvensters op de bovenverdieping. Eerste twee traveeën gescheiden van de overige door bouwnaad, en gemarkeerd door vlak cordon op de borstwering. Beëindiging op eenvoudige kroonlijst. Arduinen rechthoekige deuromlijsting, licht geprofileerd op vlakke neuten, 1854 gedateerd op vlakke architraaf en bekroond door vooruitspringende waterlijst waarboven strek.
Aanbouw links van het klooster: vrij recente kapel (dertiger jaren van de 20ste eeuw).