Het gemeentehuis van Kallo is zeer prominent gelegen op het Gemeenteplein, voor iedereen herkenbaar.
Historiek
Verschillende herbergen zijn als gemeentehuis bekend. Het oudst bekende 'wethuis met schepenbank' was gevestigd in het 'Bourgoensch cruys', een herberg bekend sinds 1680 en gesloten in 1909. Ook andere cafés in de Kerkstraat werden als gemeentehuis benut. In 1842 – 1850 werd een volwaardig éénlaags neoclassicistisch gemeentehuis, deels gepleisterd en deels in zichtbare baksteen, opgericht op de hoek van Hoog Kallostraat en Melseledijk (architect Van Gastel – Antwerpen). Het gemeentehuis werd in 1910 afgebroken en op het achterliggende plein werd in 1910-12 het huidige gemeentehuis opgericht.
Beschrijving
Het gemeentehuis van Kallo is een neorenaissance constructie en bestaat uit een baksteenbouw met verwerking van arduin voor plint, vensterkruisen en speklagen; sierankers. Lijstgevel van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel met straat, leien), voorzien van een als toren uitgebouwde centrale dakkapel geflankeerd door kleinere dakkapellen in het hoofddak. Het rijk bewerkte zandsteenportaal heeft rechtstanden waarvan het front als casement bewerkt en is met diamantbossage bezet. Een zeer hoog verkropt hoofdgestel draagt het gebeitelde opschrift 'Gemeentehuis'. De deuromlijsting zet zich door in bakstenen pilasters op de bovenverdieping waardoor een geaccentueerde middentravee ontstaat die uitloopt in de torenconstructie. In de toren prijkt het gemeentewapen. Beide zijtraveeën hebben kruisramen in als nissen uitgebouwde ontlastingsbogen. Aan weerszijden van de trap arduinen gedenkplaten met inscriptie: links "Op 21.6.1638 werd/ hier het Statenleger terug ge-/ slagen en de in/ neming van Antwerpen/ verijdeld."; rechts "Op 31.3.1958 her-/ dacht Kallo de/ overwinning van Ferdinand van Oos/ tenrijk en de goedheid/ van E.P. de Los Rios." De zijgevel telt 4 traveeën met kruisvensters in als nissen uitgevoerde ontlastingsbogen. Het volledige pand is voorzien van zandstenen speklagen en raamkruisen en de voorgevel met steigergaten.
Interieur
De gelijkvloerse verdieping herbergt momenteel het politiekantoor maar werd mogelijk gebouwd als conciërgewoning. Het interieur behield zijn oorspronkelijke structuur met L-vormig plattegrond. De gang met houten trap is voorzien van consoles en plafondlijsten in stucwerk net als een muurbepleistering met schijnvoegen. Het authentieke binnenschrijnwerk met uitgesproken deuromlijstingen bleef bewaard. Vermoedelijk was boven de deur de functie van het kantoor geschreven. Het stucwerk loopt door tot op de tweede verdieping. Marmeren schouwen bleven in verschillende ruimtes op de benedenverdieping bewaard. Omheen de gang zijn drie zalen gerangschikt. Aan de achterzijde van het gemeentehuis ligt de gemeenteraadszaal die opgedeeld wordt met een balustrade om het College af te scheiden van de toehoorders. De zaal is via kolommen en moerbalken ingedeeld in drie ruimtes. Stucwerklijsten en consoles onder de moerbalken benadrukken de indeling. Centraal in de ruimte, rechtover de toegangsdeur staat een indrukwekkende schouw in neorenaissancestijl, bovenaan afgewerkt met een schilderij. De bovenverdieping is sober uitgewerkt. De dakconstructie is in goede staat en representatief voor de bouwperiode.