Voormalige maalderij Vael, bestaande uit twee complexen tegenover elkaar gelegen aan weerszijden van de gekasseide straat. Links van nummer 32, bakstenen kapelletje van Onze-Lieve-Vrouw van zeven weeën, uit het tweede kwart van de 20ste eeuw naar ontwerp van bouwmeester Lippens (Sint-Gillis).
Nummer 32, voormalige mechanische maalderij, heden omgevormd tot woning. Verankerd bakstenen gebouw van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op straat) op de voorgevel 1861 gedateerd. Puntgevel aan de straatzijde met beluikte segmentboogvensters onder bakstenen druiplijst; versmalde centrale deur onder brede druiplijst. Centraal rondboogbovenvenster met bekronende oculus en flankerende segmentboogvensters. Jaartal in blauwe papensteen op de penanten. Zijgevels van acht traveeën waarvan drie laatste recent toegevoegd. Interieur met duidelijk onderscheidbare machinekamer, aanvankelijk met stoommachine, later met armgasmotor. Eertijds erachter gelegen molenberg met windmolen.
Nummer 53, semigesloten complex met omhaagd voorerf, schuin ingeplant woonhuis in het noordwesten, koetshuis in het noordoosten, ruime dwarsschuur in het zuiden en aanpalende lagere bergplaatsen, aan de straatzijde ingeplant in het zuidwesten; centraal zeshoekig gebouwtje voor rosmolen met gekasseide omloop. Woonhuis van het dubbelhuistype, vijf traveeën en één bouwlaag onder mansardedak (pannen) met drie bakstenen puntvormige dakvensters. Bakstenen voorgevel met getoogde vensters daterend van circa 1900. Noordoostzijde van het erf met koetshuis. Bakstenen gebouw van drie smalle en drie brede traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw. Travee-indeling gemarkeerd door bakstenen pilasters met dito dekplaat verbonden door gebogen strekken; deuren met afgeronde bovenhoeken in de twee linker traveeën, venster met ijzeren roedeverdeling in derde travee. Open poorten in rechter travee. Zuidzijde van het erf afgesloten door ruime dwarsschuur onder ver overkragend zadeldak; rechthoekige poorten. Haaks ertegen, lagere bergplaatsen met blinde bakstenen straatgevel. Centraal op het erf, begroend bakstenen gebouwtje van voormalige rosmolen, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw. Omlopende gekasseide weg voor het paard. Gebouwtje op zeshoekige plattegrond onder tentdak (cementleien). Hoeken gemarkeerd door bakstenen pilasters verbonden door strekse bogen; rechthoekige deur en vensters met afgeronde bovenhoeken in de spaarvelden.