In het veld gelegen herenhoeve uit de tweede helft van de 19de eeuw bestaande uit een woonhuis, dwarsschuur en duiventoren. Diephuis (voorgevel aan zuidzijde) van twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) voorzien van een klokkentorentje en geflankeerd door twee vleugels onder lessenaarsdaken. Voorgevel geritmeerd door lisenen en friezen van blauwe baksteen. Tegen de achterzijde van het woonhuis en onder hetzelfde dak leunen stallen aan, zodat een rechthoekig gebouw ontstaat van circa 15 meter x 30 meter.

Evenwijdig met het woonhuis, ten westen ervan: circa 50 meter lange dwarsschuur met stallen onder geknikt zadeldak (Vlaamse pannen) met sierlijk uitgesneden houten windborden en luifels boven de drie menpoorten. Blinde nissen, lisenen en friezen van blauwe papensteen.

Ten oosten van het woonhuis een rechthoekige bakstenen duiventoren onder zadeldak (Vlaamse pannen) gevat tussen trapgevels (4 treden + overhoeks topstuk). Neogotische reminiscenties in deurvorm en vliegopening. Rondboogfries. Zoals bij woonhuis en schuur ook hier rode baksteen als bouwmateriaal en blauwe baksteen voor de verlevendigende accenten. Achtergevel met sporen van vroeger aanbouwsel.