Hoeve met losse bestanddelen (woonhuis, dwarsschuur, stallen). Ruim met gras begroeid voorerf met gietijzeren ingangshek. Woonhuis van het dubbelhuistype (voorgevel op het zuiden) van vijf traveeën onder zadeldak (nok parallel aan de straat, riet) voorzien van een dakvenster (oorspronkelijk twee) met beluikt kruisvenster als lichtopening en kleine steen met jaartal 1741. Verankerde gewitte bakstenen gevel op gecementeerde plint. Beluikte en getraliede zandstenen kruiskozijnen met geprofileerde tussen- en bovendorpel onder een getoogde ontlastingsboog. Jammerlijk gewijzigde rechthoekige deur. Gevel beëindigd op een geprofileerde band onder de dakrand. Zijgevel rechts met muurvlechtingen en een zandstenen kloosterkozijn. Rechts tegen het woonhuis: vrij storend recht bakstenen aanbouwsel onder lessenaarsdak. Aan de straatzijde indrukwekkende dwarsschuur onder golvend wolfsdak (nok parallel aan de straat, riet) met een opwaartse welving boven de centrale menpoort. Muren, deels hout (horizontale beplanking), deels baksteen met bouwnaden duidend op verschillende stadia in het versteningsproces. Rechterzijgevel met klein beglaasd kapelletje. Haaks op het woonhuis (ten westen ervan) recentere stallen (derde kwart van de 20ste eeuw) onder geknikt zadeldak.
DE GROODT A., De oude hoeven in het Land van Waas, 1955, Antwerpen, p. 43-44.
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n1 (B-L), Brussel - Gent. Auteurs: Demey, Anthony Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
De indrukwekkende dwarsschuur aan de straatzijde werd in het begin van de jaren 1990 gesloopt.