Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), in 1785 opgetrokken (deurkalf) doch in 1875 verhoogd met hoofdgestel bestaande uit gelede architraaf, fries met panelen en zware kroonlijst op klossen, tanden en consoles, dit alles ter vervanging van een met voluten omzoomde dakkapel boven de middentravee. Thans bepleisterde en beschilderde lijstgevel op arduinen plint. Begane grond met rechthoekige vensters voorzien van duimen en lekdrempels. Steekbogige bovenvensters in vlakke omlijsting, en met een vlakke sluitsteen, een gekorniste waterlijst en onderdorpels doorlopend tot een kordon. Steekboogdeur met arduinen, rijk geprofileerde omlijsting op neuten, een geblokte omranding, versierde sluitsteen, gekorniste waterlijst, een accoladeboogvormige gedateerde tussendorpel en een gesmeed ijzeren deurwaaier. De vrijstaande linker zijgevel verraadt met haar muurvlechting de oude kern.