Achterin gelegen vervallen boerenhuis van 1716 (gevelsteen); zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldaken (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen). Beraapte verankerde baksteenbouw op gecementeerde plint; grotendeels afbrokkelende beraping. Rechthoekige deuren en vensters; laatst genoemde met ijzeren tralies en duimen. Geprofileerde band onder de dakrand. Boven de derde travee een dakvenster met rechthoekig luik en ruitvormige lichtopening in het driehoekig fronton. Zijpuntgevels met muurvlechtingen.