Voormalige olieslagerij, in kern opklimmend tot het derde kwart van de 19de eeuw, na een brand in 1891 deels verhoogd met drie bouwlagen en omgevormd tot textielfabriek (koorden, wieken, linten). Nu gedeeltelijk in gebruik als stapelplaats en sinds een brand juni 1974 bovenaan sterk beschadigd (twee bovenste bouwlaag verdwenen). Monumentaal, verankerd bakstenen volume van zeven traveeën en eertijds zes bouwlagen, met linker vleugel van vijf traveeën en drie bouwlagen. Begane grond met ruime rondboogvensters met ijzeren roedeverdeling. Licht getoogde bovenvensters met arduinen lekdrempels en ijzeren roedeverdeling. Tegen noordgevel, brede vierkante bakstenen schouw op hoge sokkel versierd met rechthoekig spaarveld. Binnenconstructie met gietijzeren pijlerskelet en troggewelven tussen I-balken.