Neotraditionele baksteenarchitectuur uit het vierde kwart van de 19de eeuw tot het eerste kwart van de 20ste eeuw met verwerking van natuursteen voor de muurbanden, waterlijsten, dorpels en sluitstenen. Lijstgevel van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, leien), voorzien van twee getrapte dakvensters met rondbogig tweelichtvenster. Begane grond deels gewijzigd, behalve steekbogige inrijpoort. Overkragende verdieping op rondboogfries met mensenhoofdjes als sluitsteen. Rechthoekige vensters, steekbogig ontlast in een rondbogig boogveld en afgedekt door een waterlijst, horizontaal doorlopend. Kroonlijst op consoles.