Nog deels romaanse kruiskerk, op een lichte verhevenheid in het dorp en omringd door het kerkhof met laag, gemetseld en gewit muurtje; kunstig smeedijzeren ingangshek en vierkante pui onder tentdakje. Ervoor pleintje met hoogstammige bomen.
Historiek
In 1156 bevestigt paus Adriaan IV het patronaat van de Sint-Baafsabdij over deze kerk, die zich toen voordeed als eenbeukige kruiskerk met achtkantige vieringtoren. In de 15de eeuw werd een nieuwe zuidelijke partij toegevoegd: smalle zijbeuk, nieuwe transeptarm en zijkoor; het hoofdkoor werd verlengd en de toren verhoogd en voorzien van ruimere gotische galmgaten. De peerspits uit de 16de eeuw werd in 1614-15 door de bliksem getroffen. Grondige restauratie in 1891 onder leiding van architect Hendrik Geirnaert tijdens dewelke een bijkomende sacristie en het voorportaaltje werden gebouwd en de zijbeuk vanaf de vensterdorpels werd heropgericht. Restauratie van het metselwerk en de bedakingen in de jaren 1960 onder leiding van architect Adrien Bressers (Gent).
Beschrijving
De plattegrond beschrijft een tweebeukige kruiskerk met achtkantige vieringtoren; hoofdkoor geflankeerd door een zijkoor ten zuiden en twee rechthoekige sacristieën aan noordkant, klein voorportaal voor de westgevel. Romaanse delen van Doornikse kalksteen (opus incertum), torenverhoging van zandsteen, overige delen van baksteen. Noordgevel met twee oorspronkelijke romaanse venstertjes, de drie andere zijn vervangen door ruime gotische; kroonlijst op afgeronde kraagstenen. zuidgevel op plint van Doornikse kalksteen (recuperatiemateriaal); voorts baksteen met vier licht spitsbogige vensters; bekronende muizentandfries. Kruisingstoren met achtzijdige luikamer op vierkante plattegrond; ingesnoerde naaldspits. Noordelijke transeptarm met behouden romaans deurtje en jonger gotisch raam; zuidelijke transeptarm op dezelfde lijn als zijbeuk en zijkoor, evenals dezen op plint van Doornikse kalksteen. Koren van twee traveeën met vlakke sluiting waarin ruime spitsboogvensters. Ten zuiden twee sacristieën: de oudste van zandsteen, onder lessenaarsdak, de jongste van baksteen, onder haaks zadeldak.
Interieur
Houten tongewelf boven de hoofdbeuk. Aan weerszijden van het portaal zijn gekoppelde rondboognissen uitgespaard,van elkaar gescheiden door driekwartzuil met attische basis en teerlingkapiteel. Een gelijkaardig versieringsmotief komt voor tegen de oostwand van de romaanse transeptarm; een vierkante middenstaander vervangt hier echter de driekwartzuil. De torenpijlers met kleine impost dragen de zware rondboogarcaden.
Mobilair: Beelden: houten bas-reliëf uit de 16de eeuw ("Vagevuur")in grot tegen het kooreinde. Voornamelijk barokmeubilair uit de 17de eeuw: communiebank, koorgestoelte, lambrisering, altaren, preekstoel (1638), doksaal (1653), biechtstoel in de zuidelijke zijbeuk (circa 1723).
- DEMEY A., Eenbeukige romaanse kerken in Oost-Vlaanderen, Gent, 1977.
- DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks III, deel 1, Gent, 1877.