Dit hoekcomplex van drie modernistische meergezinswoningen, op de Paul Fredericqstraat en Eedverbondkaai, werd in 1932 ontworpen door de Gentse architect Geo Henderick, zoals ook aangegeven staat in de plint van de gevel: "Geo J. Henderick, architecte, Gand". De opdrachtgever was ingenieur en fabrieksbestuurder Armand Henderick (°Gent, 1883), de jongere broer van de architect die toen in de Kortrijksestraat 237 woonde. De meergezinswoningen zijn in een zakelijke baksteenarchitectuur vormgegeven met reminiscenties aan de Amsterdamse School.
Het ontwerp voor dit hoekcomplex behoort tot de sobere stijlperiode van de architect tijdens de jaren 1930, wat volledig in het straatbeeld past dat gedomineerd wordt door baksteenarchitectuur uit het interbellum. Tot deze periode hoort ook de als monument beschermde Villa Virginie Henderick – Carpentier, dat eveneens beeldbepalend op de hoek van een straat ingepland werd. Henderick heeft meerdere beeldbepalende hoekcomplexen ontworpen, zoals het appartementsgebouw op de Handbalstraat - Tennisbaanstraat (1927) en het hoekcomplex op de Godshuizenlaan en Groot-Brittanniëlaan (1928). Kenmerkend voor zijn oeuvre uit de late jaren 1920 en de vroege jaren 1930 zijn ook het gebruik van uitbuigende erkers, de contrasterende rode en bruine baksteenvelden, de parabolische dakkapellen, de afgeknotte puntgevels en de ronde plaatdecoraties. De architectuur van dit hoekcomplex vertoont een zekere verwantschap met het woon- en handelspand Neyrinck in Antwerpen.
Het niet volledig volgens de bouwplannen uitgevoerde hoekensemble is door het weglaten van onder meer klokgevels strakker uitgevoerd, waardoor de bestaande toestand meer naar het modernisme neigt. Het gebouw is symmetrisch opgebouwd volgens een spiegelas haaks op de Koning Albertlaan en bestaat visueel uit twee delen, namelijk een hoog, centraal hoofdgebouw langs de Koning Albertlaan en twee identieke, lagere gebouwen daarachter langs de Paul Fredericqstraat en de Eedverbondkaai. De lijstgevels zijn opgebouwd uit een rood baksteenparement en zijn over de gehele lengte van het ensemble ter hoogte van de benedenverdieping afgewerkt met simili-pierre. Alle gevelopeningen zijn rechthoekig en bevatten recent vensterschrijnwerk, op de benedenverdieping van nummer 110 na.
Het U-vormige gedeelte langs de Koning Albertlaan telt drie bouwlagen onder een hoog beeldbepalend schilddak met zwarte mechanisch gevormde pannen. De lijstgevels worden bovenaan afgelijnd door vernieuwde kroonlijsten die onderbroken worden door de bekroningen van de lisenen die de scheiding tussen de traveeën markeren op de bovenverdiepingen. Volgens de bouwplannen was voorzien dat de liseenbekroningen rijkelijker zouden uitgewerkt worden met art-deco-elementen. De gevel langs de Koning Albertlaan is ingedeeld in vier traveeën, deze langs de Eedverbondkaai en Paul Fredericqstraat telkens in drie traveeën, waarbij de inkompartij zich telkens onderaan de centrale travee bevindt. Elke travee is op de benedenverdieping opengewerkt met een breed venster met een verticaal element op de penanten ter versiering. Twee hardstenen treden leiden aan weerskanten naar een originele houten vleugeldeur met smeedijzeren deurroosters. Op de bovenverdiepingen wordt elke travee per verdieping opengewerkt met een venster, waarvan sommige in de borstwering versierd zijn met een bepleisterd vlak. De hoektraveeën van de bovenverdiepingen worden langs beide kanten ingenomen door een monumentale ronde erker boven een geometrische aanzet die doorgetrokken is over beide verdiepingen. De erker is per verdieping identiek opengewerkt met een bandraam dat centraal gescheiden wordt door een bepleisterde afgeronde tussenstijl. Bovenaan wordt de erker afgelijnd door een vernieuwde kroonlijst, waarboven de gevelhoek onder de kroonlijst van het zadeldak afgewerkt is met bepleistering.
De aansluitende meergezinswoningen langs de Eedverbondkaai en Paul Fredericqstraat lijken door hun kleinere schaal ten opzichte van het gedeelte langs de Koning Albertlaan tot een ander bouwproject te horen. Toch maken ze deel uit van het ontwerp; verwantschappen zijn het gebruik van baksteenparement in combinatie met simili-pierre en de strakke vormgeving. Deze zijn symmetrisch opgebouwd en tellen drie traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevels worden bovenaan afgelijnd door dekstenen, onderbroken door met buisbalustrades verbonden bovenzijden van doorgetrokken lisenen die de traveeën op de bovenverdiepingen van elkaar scheiden. Op de bouwplannen werd een half schilddak voorzien en een andere bovenafwerking van de gevels. Op de benedenverdieping leidt een hardstenen trede naar een houten vleugeldeur met smeedijzeren deurroosters in art-decostijl. Deze deur wordt langs beide zijden geflankeerd door een identieke drieledige houten garagepoort met smeedijzeren deurroosters. Het poort- en deurschrijnwerk van nummer 106-108 werd vernieuwd, met recuperatie van de deurroosters. Ook is de rechterpoort bij deze woning als een venster uitgevoerd. De bovenverdiepingen zijn identiek uitgevoerd waarbij in de centrale travee per verdieping een vierkant venster aanwezig is. Langs weerskanten daarvan is een driezijdige erker op getrapte aanzet doorgetrokken over beide verdiepingen. Deze erker is op elke verdieping volledig opengewerkt met een venster dat op de tweede verdieping zowel op de borstwering als de latei met simili-pierre is afgewerkt.
Volgens de bouwplannen bestaat het onderkelderde complex uit vier aparte meergezinswoningen, twee identieke langs de Koning Albertlaan en twee identieke langs de Eedverbondkaai en Paul Fredericqstraat. De eerste kunnen betreden worden via de inkom in de zijgevels, van waaruit een centrale vestibule langs de ene zijde toegang geeft tot het salon en de eetkamer die in verbinding staat met een keuken met bijkeuken. Langs de andere zijde bevinden er zich nog een bureel en het trappenhuis, met toilet, dat toegang geeft tot de naastliggende garage. Van de bovenliggende verdiepingen zijn geen bouwplannen beschikbaar.
De overige twee woningen waren afgaande op de bouwplannen ontworpen als meergezinswoningen met twee wooneenheden per pand, waarbij men naast de garage binnen komt en een steektrap naar de bovenverdieping kan nemen. Aangezien de garage langs de Paul Fredericqstraat niet uitgevoerd is, is de huidige indeling verschillend van de bouwplannen. Verder wordt de begane grond centraal op het ruimte perceel ingenomen door de ommuurde binnenplaatsen van de vier woningen.
Auteurs: De Caluwé, Carlo; Janssens, Karolien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Caluwé C. & Janssens K. 2019: Hoekcomplex ontworpen door Geo Henderick [online], https://id.erfgoed.net/teksten/362243 (geraadpleegd op ).
Hoekcomplex met de Koning Albertlaan en de Paul Fredericqstraat (nummer 106-108) op U-vormige plattegrond, gesigneerd: "Geo J. Henderick, architecte, Gand" en daterend van 1932.
Zakelijke baksteenarchitectuur met reminiscenties aan de Amsterdamse School. Arduinen plint en gecementeerde onderbouw onder hoog pannendak (mechanische pannen). Brede symmetrisch opgebouwde gevel aan de Koning Albertlaan: twee centrale traveeën met vier bouwlagen afgelijnd en gescheiden door bakstenen pilasters met bekronende bol- en schijfornamenten. Links en rechts flankerende afgeronde overhoekse erkers geleed door brede vensterregisters.
Identieke gevels met ondermeer deurtravee aan de Eedverbondkaai en Paul Fredericqstraat.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1983: Hoekcomplex ontworpen door Geo Henderick [online], https://id.erfgoed.net/teksten/18224 (geraadpleegd op ).