Volgens archiefstukken oorspronkelijk woonhuis en magazijn voor sigarenfabriek Kock en Van Holkema, gebouwd in 1901 naar ontwerp van architect J.G. Semey. Sinds 1907 meubelfabriek Van Acker. Eclectisch getinte constructie van baksteen met verwerking van natuursteen voor horizontale banden, boogstenen, imposten, cordons en zuilen. Diephuis (rechts) onder schilddak (pannen) met van twee tot drie bouwlagen verhoogde lijstgevel. Aanvankelijk met centraal klokvormig dakvenster, voorzien van ijzeren balkonleuning. Drielicht op bovenverdieping met deelzuilen en gekoppelde ontlastingsbogen. Totaal verbouwde benedenverdieping.

Magazijngevel vroeger bestaande uit twee trapgevels (4 treden + topstuk), aangepast tot licht verspringende lijstgevel. Begane grond met getraliede, getoogde muuropeningen, rechtertravee gedeeltelijk gedichte toegangspoort. Vensterregister op bovenverdieping analoog met het woonhuis: zeven gekoppelde rechthoekige vensters met deelzuilen, doorlopende latei met geprofileerde cordonlijst onder gekoppelde ontlastingsbogen. Bovenste verdieping met twee ruime halfronde drielichten waartussen een gevelsteen met opschrift 1901.